Het is noodzakelijk, den eenmaal gevonden koers en snelheid op regelmatige tijdstippen opnieuw te ontbinden, teneinde de veranderingen in afstandsverloop en doorzeiling gevolg van de zich steeds wijzigende meetafstand en meetrichting bij te houden. Ook de eenmaal bepaalde koers en snelheid worden regelmatig gecontroleerd, teneinde snelheidsveranderingen c.q. koersveranderingen van het doel tijdig te kunnen opvangen. Een herbepaling van de snelheid is noodig a. bij koersveranderingen, gecommandeerd door den vuurleider b. bij afstandcorrecties, gecommandeerd voor de batterij, al thans indien zij een belangrijke wijziging van den waar nemingsafstand ten gevolge hebben c. bij het brengen van het gemiddeld trefpunt op het doel door geven van afstand- en zijdelingsche correcties. b. Het brengen van de aanslagen in de waarnemingslijn en het corrigeeren van den koers. De eerste laag zal vrijwel steeds buiten de waarnemingslijn vallen. Om de aanslagen tijdelijk daarin te brengen wordt uit sluitend voor den afstand gecorrigeerd. De grootte van deze cor rectie is de Ca. van de mobiele artillerie. In fig. 17 is het punt A de plaats, waar de waarnemer de aan slagen ziet vallen. Laten we uit dit punt een loodlijn neer op de lijn zijp.doel, dan zal zij die lijn snijden in het punt C. Noemen we den hoek Cop.Bzijp. a, dan is in driehoek ABC sin a CA CA of AB AB sin a AB stelt den afstand voor in meters, waarmede de trefafstand moet worden verminderd om de aanslagen in het punt B te brengen. CA is de afstand, waarop de aanslagen, door den waar nemer gezien, zich rechts van de waarnemingslijn bevinden. In meters uitgedrukt is deze afstand gelijk aan het aantal °/0o van den waarnemingsafstand van de geconstrueerde trefplaats tot den zijpost. Stellen we l°/oo van dezen afstand gelijk aan W meter, 21 *JP Cop. Figuur 17.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 25