Met de verplaatsing van dit cirkeltje wordt de cirkel, waarvan de afstand van het lichtcirkeltje tot het punt D de middellijn is, grooter of kleiner. Tenslotte kan een lijn GH, evenwijding aan de ingestelde meetrichting (AD) ten opzichte van het punt D heen en weer worden bewogen. Op een bepaald oogenblik zijn de volgende gegevens van het doel bekend de afstand BD, de doorzeiling in °/0o per sec. van het doel, gezien uit den zijpost, en de geschatte koers. Na instellingg van den koers en de richting BD verplaatst men de lijn KL evenwijding aan de lijn BD over een afstand van co2 X BD meter van het punt D. Met het hand wiel voor de doelsnelheid wordt nu het lichtcirkeltje onder de lijn KL gebracht. De snelheid van het doel is nu bepaald. Inmiddels zijn op den meetplaatsbepaler de meetrichting en de meetafstand gevonden. Na instelling van deze gege vens wordt de lijn GH evenwijdig aan de lijn AD verplaatst, totdat zij door het punt Dj gaat. De afstand DXE geeft nu het afstandsverloop, de afstand DE (dus de verplaatsing van de lijn GH t.o.v. D) de doorzeiling in meters per se- cunde aan. Op het instrument leest men echter, na instelling van den afstand AD, de doorzeiling in °/oo per sec. af. Het gevonden afstandsverloop en de doorzeiling worden aan de bedienaars van den trefplaatsbepaler opgegeven en in het vuurleidingstoestel ingesteld. De trefplaats wordt nu verder op de normale wijze bepaald. ad 3. Bepaling van de Ca. Men brengt het midden van de plexiglazen liniaal van den zijpost na ieder meettempo onder het lichtcirkeltje, dat de meetplaats aangeeft. Deze liniaal is zoodanig gecon strueerd, dat het geven van zijdelingsche correcties mogelijk is. Wordt nu voor een zijdelingsche afwijking van de aanslagen t.o.v. het doel gecorrigeerd, dan wordt deze cor rectie als een zijdelingsche correctie op de zijpost-liniaal aangebracht. Deze loopt nu onder het cirketlje uit. Door draaien aan het handwiel voor den meetafstand brengt men het cirkeltje weer op de plexiglazen liniaal, waarna de Ca. mechanisch is geconstrueerd en in de vuurleiding inge voerd. Aan het handwiel voor de meetrichting mag niet worden gedraaid. ad 4. Na iedere meting brengt men den index van de liniaal zijpostdoel onder het lichtcirkeltje. Wordt nu een af stands- sprong in de waarnemingslijn gecommandeerd, dan wordt de index over den gecommandeerden afstand verschoven, waarna men het lichtcirkeltje weer op den index terug brengt. Hiermede worden derhalve mechanisch de juiste afstand en zijdelingsche correctie gegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 30