deze laag als een laag wordt aangenomen.) Haar zijdelingsche
ligging is 2°/oo re.
Deze afwijking geeft den vuurleider geen aanwijzing omtrent
den koers van het doel. Hij maakt nu een sprong van 400 m
vooruit in de waarnemingslijn. Op A 300" wordt door de
batterij met de nieuwe gegevens gevuurd. De vluchttijd is weer
20", zoodat de aanslagen op A 320" zichtbaar worden.
Deze laag ligt en ongeveer 3%o re. Een conclusie betreffende
een fout zijn van den koers kan hieruit niet worden getrokken
de vuurleider maakt een sprong van 200 m terug in de waarne-
mingslijn.
De volgende laag wordt waargenomen op A 378" (vluchttijd
18"), is wederom en valt 5 %0 re. Daar de lengtespreiding
zich voor den waarnemer als breedtespreiding voordoet, is aange
nomen, dat de vuurleider nog niet heeft gezien, dat zijn aanslagen
langzaam naar rechts uit de waarnemingslij n loop en. Hij besluit
nu, de laag van A 260" opnieuw te controleeren alvorens
tot een nauwere insluiting over te gaan. Er wordt dus weer een
sprong van 200 m in de waarnemingslijn teruggegaan om A
420" wordt opnieuw gevuurd. De vluchttijd is nu 16", zoodat de
aanslagen op A -|- 436" worden waargenomen als en ongeveer
7 °/oo re.
Het zijn van deze laag geeft reeds een aanwijzing dat de
koers nog fout is, maar bovendien zal het naar rechts uit de
waarnemingslijn loopen der aanslagen zich nu toch wel demon-
streeren. De vuurleider wijzigt met de Ca, besluit verder, met
sprongen van 100 m in de waarnemingslijn naar het doel toe te
gaan (de afstand zal nu toch niet meer zoo heel veel fout zijn)
en geeft tevens een kleine koerswijziging. Om A 480" wordt
wederom gevuurd met de goede gegevens. De vluchttijd is nu
15" en op A -f- 495" wordt een laag verkregen. Hierna wordt
tot uitwerkingsvuur overgegaan. De kleine koersfout die nog is
overgebleven zal zich gedurende het vuur langzaam demon-
streeren.
Bij de beschreven methode is het noodzakelijk, de daginvloeden
in te voeren en bij te houden.
C. Schieten met afstandmeting met waarneming uit een zijpost.
welke ver zijwaarts van de batterij is gelegen.
De hierbij te volgen werkwijze komt overeen met die, welke
hiervoor werd beschreven, m.d.v. dat de begingegevens veel
zuiverder worden bepaald. De koers van het doel wordt nml.
gevonden uit het gemeten afstandsverloop en de gemeten door
zeiling.
Blijkt tijdens het vuur, dat de aanslagen langzaam uit de waar
nemingslijn loopen, dan is dit het gevolg van een in den zijpost
28