foutief gemeten afstandsverloop. Hierop wordt met den koers
gecorrigeerd.
Overigens verloopt het vuur geheel zooals onder B aangegeven.
Het inschieten zal echter belangrijk vlugger geschieden daar de
gegevens door meting inplaats van door schatting worden ver
kregen.
2. SCHIETEN ZONDER AFSTANDMETING MET WAAR
NEMING VAN EEN DICHT BIJ DE BATTERIJ GELE
GEN PUNT (COP.).
Voor het geval, dat de batterij noch over een groote, noch over
een korte basis beschikt, is in het V.Ku.art. III een methode
aangegeven, die voor doelen, welker afstandsverloop t.o.v. de bat
terij niet te groot is, en voor licht kustgeschut zeer goed bruikbaar
is. Het bovenbedoelde voorschrift schrijft in punt 147 hieromtrent
voor
Zooals uit het voorgaande blijkt, is de methode er op berekend
dat het doel door he snelvuur heen moet loopen. Het geval kan
zich hierbij voordoen, dat het snelvuur aanvankelijk te veel min
ligt, dat er eenige tijd verloopt, voordat het doel de strook binnen
vaart, die onder vuur wordt genomen.
Bij de lichte batterijen (7.5 cm) kan een hoog vuurtempo
gemakkelijk eenigen tijd worden volgehouden. Bij de middelbare
batterijen (15 cm) is een snelvuur voor wat betreft het uithou
dingsvermogen van de bediening moordend. Ligt de eerste snel
vuurserie te veel plus (bij een naderend doel), dan zal een groote
sprong terug moeten worden gemaakt. Ligt het snelvuur nu door
een foutief schatten van den te maken afstandssprong aanvankelijk
te veel min, dan zal het uitwerkingsvuur door vermoeidheid van
de bediening tegen den tijd, dat het doel de strook binnenvaart,
welke onder vuur wordt genomen, reeds een groot deel van zijn
dichtheid hebben verloren. Vandaar dat het voor het middelbare
kaliber beter is, naar een andere methode om te zien, welke geen
snelvuur behoeft, maar waarbij in een vast vuurtempo kan wor
den gevuurd.
29
147.(1) Het vuur wordt geopend cp 400 m minder dan den ge-
schatten afstand.
(2) Valt het eerste salvo dan wordt met groote afstands-
sprongen, welke afhankelijk van de vermoedelijke doelsnelheid worden
genomen en tot 1000 m kunnen bedragen, teruggegaan tot waar
nemingen worden verkregen.
(3) Zoodra een salvo is verkregen htezij bij het eerste,
hetzij bij een volgend salvo wordt met sprongen van 50 of 100 m
vooruitgegaan, tot wisseling van teeken wordt verkregen.
(4) Daarop wordt weder 400 m teruggegaan, en wordt een snel
vuurserie afgegeven, welke wordt voortgezet tot de schoten grooten-
deels vallen.
(5) Hierop wordt 400 m teruggegaan en een nieuwe snelvuurserie
afgegeven enz.