Majoor Mantel beantwoordde de rede van Generaal ter Poorten met de volgende woorden. 33 wikkeling noodzakelijk is, doch U in de toekomst meer toe te leggen op de vredes-, dus manoeuvre-geschiedenis. Daaruit kunt U toch het inzicht putten, hoe een vermoedelijke tegenstander zijn operaties zal inleiden. Ik kan U de verzekering geven dat de Duitsche Blitzkrieg bij de verantwoorde lijke bevelhebbers voldoende bekend was, doch nalatigheid, de legers tijdig van het noodige te voorzien een verwijt dat niet het leger, doch de natie treft was hier de hoofdoorzaak van de mislukking van de geal lieerde verdediging te land. Gebruikt daarom later al Uw invloed om, wat Ned.-Indië betreft, iets der gelijks te voorkomen. Maar hoe het ook zij, van overwegende beteekenis is het, dat door een algemeen militair-wetenschappelijke ontwikkeling een zoodanig inzicht wordt verkregen en een zoodanige soepelheid van denken wordt verworven, dat de zich nieuw voordoende vraagstukken binnen het geestesbereik komen te liggen van de leiding en de aanvoerders, die zich hiertegenover zien geplaatst. Geen dogmatische kennis, geen starheid van opvatting en methode, doch een algemeene basis van militaire wetenschap, welke U geschikt maakt, de eischen te vervullen, welke de verdediging van dit land aan U zal stellen, is het bij U studiën te bereiken doel. Mijne Heeren, mede in naam van Zijne Excellentie den Legercommandant, die door. ambtsbezigheden tot zijn spijt verhinderd was persoonlijk hier aanwezig te zijn, wensch ik U allen een zegenrijken en succesvollen arbeid toe tot heil van de verdediging van het Nederlandsche Koninkrijk. Hiermede open ik de 2e tijdelijke H. K. S. te Bandoeng. Ik heb gezegd. Nu de voorbereidingen voor de oprichting van een hoogere krijgsschool te Bandoeng een einde hebben genomen en deze zoo juist door den Chef van den Generalen Staf in naam van Z. Exc. den Legercommandant geopend is verklaard, is het mij een eer U thans metterdaad als directeur van deze inrichting van hooger militair onderwijs te mogen toespreken. Den Chef van den Generalen Staf moge ik dan in de eerste plaats dank zeggen voor de tot ons gerichte woorden, waarin de beteekenis van de Hoogere Krijgsschool en het gewicht van onze taak „onze" omvat zoowel hen, die achter den katheder staan, als hen, die zitten er vóór werden uiteengezet. Gaarne wil ik de verzekering geven, dat deze woorden ons tot steun, aanmoediging en aansporing zullen zijn. M. H. De wet op het militair onderwijs zegt„Er is een hoogere krijgs school". Telken jare op 1 November opende directeur dier inrichting te 's Gravenhage het nieuwe leerjaar en werd de arbeid aangevangen onder het devies „Si vis pacem para bellum". Onderbreking vond slechts plaats, wanneer het „bereidt U voor op den oorlog" moest worden vervangen door het „houdt XJ gereed tot den oorlog". Dan moest ieder zijn plaats innemen in de op voet van oorlog gebrachte weermacht. Dit geschiedde in 1914 en wederom in September 1939. Kwam de heropening na de sluiting van 1914 afgezien van enkele verkorte afwerkingscursussen in 1917 in Nederland en het instellen van een tijdelijken leergang in Bandoeng in Maart 1918 eerst vier jaren later, weinig dagen voor het sluiten van den wapenstilstand te Compiègne, het voornemen was, in Juni van dit jaar de in September 1939 geschorste colleges in Den Haag te hervatten. Bewijs, dat men niet, gelijk een kwarteeuw te voren, op het einde van den oorlog heeft willen en kunnen wachten vroegere ervaring had geleerd, dat langdurige sluiting van de Hoogere Krijgsschool niet ongestraft kon blijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 37