het grootste gedeelte van het officierskorps van de Koninklijke Landmacht de verklaring zou hebben afgegeven, hetgeen reeds tot voorzichtigheid bij het vormen van een oordeel maant. Teneinde te voorkomen dat beschouwingen over deze aange legenheid er toe zouden leiden, dat twijfel ontstaat over de vraag, welke gedragslijn men in voorkomend geval als krijgsgevangene heeft te volgen, wordt van deze gelegenheid gebruik gemaakt de aandacht te vestigen op het onverkort van kracht zijnde voor schrift, opgenomen als noot van het Departement van Oorlog bij artikel 10 van het Reglement betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land (Beo blz. 23)luidende ,,Het is aan krijgsgevangenen behoorende tot het Koninklijke Nederlandsch- Indische Leger verboden zich op eerewoord te doen in vrijheid stellen". FOTO'S VOOR HET ATJEHSCH LEGERMUSEUM. Teneinde in het Atjehsch Legermuseum een foto-groep „Ge westelijke Militair Commandanten van A. en O. en Commandanten van het Korps Maréchaussée" te kunnen samenstellen roept het bestuur van genoemde instelling de medewerking van de lezers van het I.M.T. in voor het verschaffen van foto's van de onder- volgende oud-officieren 39 I. Oud-Gewestelijk Militair Commandanten H. Bakker Kolonel 19211923 G. W. Mazee 1923—1926 II. Oud-Commandanten van het Korps Maréchaussée J. Langenbach Lt. Kol. 1899 N. ten Broek 18991900 E. W. J. de Beijer Maj. 1900 J. P. Meijer Lt. Kol. 1900—1901 A. B. J. Prakken Maj. 1901 F. C. Hering Lt. Kol. 1901—1902 P. A. H. v.d. Haas 1902 J. C. C. Nijland 1904—1905 H. G. van Diermen 19051906 J. J. M. Oosterman 19101911 H. A. Kooij 1914-1915 G. J. Verstege 19151916 B. Visscher Maj. 1916 L. H. Berg Lt. Kol. 1916—1917 W. F. Dinger 1917 E. Kilian 1917—1918 R. Heijtman 19181921 L. P. Makkink 19211922 W. Jentihk 19221923 J. C. A. Bannink 19231924 J. K. F. Weber 1924 D. v.d. Berg 19241926 P. Eenhoorn 19321933 C. E. Boode 1933—1935

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 43