zijn te omtrekken, dienen zoo spoedig mogelijk te worden opge ruimd. Overigens mag men zich onderweg niet onnoodig laten ophouden. Het hangt derhalve af van de opdracht en van de tactische omstandigheden, of wij kleine weerstanden als bijvoorbeeld enkele op hoeken van straten opgestelde parachutisten of leden van de vijfde colonne, die ons beschieten, snel moeten voorbijrijden, dan wel, na halthouden, door een krachtig vuur dienen onschadelijk te maken om daarop onmiddellijk snel door te rijden. Veel tijd kost deze actie niet, terwijl zij het voordeel biedt, het eigen moreel te doen stijgen en dat van den vijand te doen dalen. Zij is dan ook verantwoord, indien het overvalauto's geldt, die voor patrouil legang in steden zijn aangewezen zij leenen zich daartoe in het bijzonder, omdat zij groote rayons vaak en in korten tijd kunnen afwerken met opdracht, parachutisten of leden van de vijfde colonne in de stad onschadelijk te maken. Luidt de opdracht aldus, dan zal men bij eiken ondervonden weerstand of beschieting moeten halt houden, vuren en uitstijgen om den vijand onscha delijk te maken, c.q. onder achterlating in den wagen van het automatische wapen met schutter en helper ter ondersteuning van de infanterie-actie te voet. Ligt het doel van de rit elders, dan het zij herhaald is het niet verantwoord, uit te stijgen ten einde een actie te voet te ondernemen. Tegen beschieting door ter zijde van den weg hoog opgestelde vuurwapens moet worden gewaakt door de mogelijke opstellings plaatsen te observeeren. De aan de van het vuur afgekeerde zijde gezeten manschappen dekken zich door te bukken. Moet worden teruggevuurd, dan geschiedt zulks met het automatische wapen en, zoo noodig, door de aan de zijde van de beschieting gezeten manschappen. 52

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 56