is
1. MONUMENTENSERIE.
HET TIEN-STRIJDERS-MONUMENT TE KOETARADJA.
Het Tien-strijders-monument bevindt zich te Koetaradja op
den westelijken oever van de Kr. Atjeh en draagt tot opschrift
HIER RUSTEN
10 STRIJDERS
DEN HELDENDOOD GESTORVEN
DEN 6 JANUARI 1874 BIJ HET NEMEN
VAN DE VERSTERKING VOOR DE
MISSIGIT.
Blijkens dit opschrift moeten de tien strijders tijdens de 2de
Atjeh-expeditie zijn gevallen bij de derde bestorming van de
groote missigit.
De vermeestering van de versterking vóór de groote missigit
en van dit bedehuis zelf geschiedde op bovengenoemden datum
door de uit verschillende wapens samengestelde 2e Brigade, welke
onder bevel stond van den Kolonel der Infanterie C. L. St. A. M.
de Roy van Zuidewijn.
Gelegerd te Peunajong (dus op den oostelijken oever van de
rivier), had zij de opdracht gekregen, dien dag de Kr. Atjeh over
te gaan en, daaraan op den linkervleugel aangeleund, naar het
zuiden op te rukken. Zij zou daarbij worden gesteund door op
verschillende plaatsen aan de overzijde van de rivier opgestelde
batterijen.
Nadat de troepen in den vroegen morgen waren overgezet
en op den west-oever de bevolen opstelling hadden ingenomen,
zetten zij uit kpg. Djawa den opmarsch in. Al ras bleek het
onmogelijk, in het gewenschte tempo op te rukken. Het zware
terrein bemoeilijkte de bewegingen van de infanterie in hooge
mate, terwijl verplaatsing van de artillerie op schier onoverko
melijke bezwaren stuitte. Ondanks de voortdurende aansporingen
van den brigadecommandant („Kolonel Madjoe"), de noodige
snelheid te ontwikkelen, vorderde de colonne dan ook slechts
uiterst langzaam.
Na 5 kwartier te hebben gemarcheerd, in welken tijd slechts
een 800 m werden afgelegd, ontving de eerste compagnie (com
mandant kap. J. L. Le Bron de Vexela) van de voorhoede (com-
1