59 kans, hun onafhankelijkheid te redden, zij het ook ten koste van enkele smartelijke territoriale verliezen, en zonden een onderhandelaar naar Moskou, waar dan ook spoedig de vrede geteekend werd. Vooral de Fransche pers deed toen zeer boos, schreef openlijk over een verlies aan gezicht en een diplomatieke nederlaag, waarbij men minder de hand in eigen boezem stak dan wel de schuld op Engeland wierp. Nederland werd oogenschijnlijk door deze dingen niet beroerd het was immers niet direct betrokken bij deze kwestie, die in de allereerste plaats Scandinavië aanging. Toch doet zich thans de vraag voor of het ontslag van den opperbevelhebber, Generaal Reinders, er niet mede te maken heeft gehad. In de pers heeft men het altijd willen.doen voorkomen alsof er tusschen de Regeering en het Opperbevel moeilijkheden zouden zijn gerezen over politieke kwesties de N.S.B., de invasie van Duitsche reizigers en de mobilisatie-clubs. De regeeringsverklaring liet aan duidelijkheid niet te wenschen overmen verschilde van meening over een militair-technische kwestie. In het licht van de latere gebeurtenissen komt het ons voor, dat dit niet anders dan de verdediging van Limburg en speciaal de stelling achter de Maas en in de Peel kan zijn. Voor hen, die nog mochten twijfelen, zij dan verder gewezen op de woorden van de proclamatie van generaal Reinders' opvolger, generaal Winkelman, waarin hij de capitulatie aankondigde. Daarin heette het immers, dat het gebrek aan zwaar geschut en troepen een van de hoofdzaken van onze nederlaag is geweest. Nederland had in 1940 niet veel meer dan de helft van de manschappen onder de wapenen, die in 1918 te velde stonden. Toen de oorlog in September 1939 uitbrak, was de her bewapening nog bij lange niet gereed. Onder deze omstandigheden was het zonder directen, van te voren geregelden, steun der Geallieerden onmogelijk, Limburg ook te verdedigen. We hadden er de krachten niet toe. We kunnen dus vrijwel met absolute zekerheid aannemen, dat generaal Reinders geporteerd was voor het opgeven van de Peelstelling en heel Limburg om dan tenminste genoeg troepen te hebben ter verdediging van de zwakke stee in de vesting Holland, de Moerdijkbruggen. De winter van 19391940 was buitengewoon hevig, niet alleen in ons land, maar over heel Europa, gelijk de Russen tot hun schade hadden ondervonden. Duitschland had gebrek aan kolen het spoorwegnet was de desorganisatie, een gevolg van de krankzinnige herbewapening, nog niet te boven het had nog ontbroken aan tijd voor het herzien van het wagenpark van de spoorwegen. De Donau was dicht gevroren en belette het transport van petroleum van Roemenië langs den waterweg naar Bratislava, het centrum van de petroluem-distributie in Midden-Europa. Ook het trans port door de veilige Oostzee van het Zweedsche ijzererts werd door het ijs gestoord, zoodat de Duitschers slechts konden trachten, het uit Zweden, langs den bestaanden spoorweg, naar de Noorsche haven Narvik te brengen om het vervolgens onder dekking van de Noorsche neutraliteit langs de kust van Noorwegen te veroveren, er daarbij zorgvuldig voor wakend, niet buiten de territorale wateren te komen. Dit was den Britten natuurlijk een doorn in het oog, maar ze stonden machteloos, aangezien de Noren volkomen in hun recht waren, dit vervoer toe te staan. Een eventueele weigering zou hen dadelijk met de Duitschers in conflict hebben gebracht. Men maakte in Oslo echter de fout, niet behoorlijk op het transport toe te zien en vooral het onderzoek van Duitsche schepen schijnt te wenschen te hebben overgelaten. Zoo kon het gebeuren, dat het Duitsche stoomschip Altmarck met een paar honderd Engelsche gevangenen aan boord óók rustig door het Noorsche gebied voor. De Britten, door hun inlichtingendienst volkomen op de hoogte, lieten dit er zeer begrijpelijk niet bij zitten een Engelsche torpedo jager voer zonder zich verder om de Noorsche neutraliteit te bekommeren de territoriale wateren binnen en bevrijdde de gevangen landgenooten. Het was duidelijk, dat de Noren hier en défaut waren, maar het lag niet aan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 63