63 liaansohe vloot de kans den Britten ernstig afbreuk te doen. De Fransche capitulatie maakte den toestand nOig ernstiger. Niet alleen werden nu de troepen in Noord-Afrika uitgeschakeld, waardoor Italië in dat gebied de handen vrij kreeg, maar bovendien kon men niet langer rekenen op de sterke, in Syrië aanwezige Fransche krijgsmacht. Bovendien wist men toen nog niet, wat er met de Fransche vloot zou gebeuren. De Duitschers en Italianen hadden in den zomer van het jaar 1940 practisch alle troeven in handen. Zij hebben er om redenen, die thans nog volkomen in het duister liggen, geen gebruik van gemaakt. Het is te begrijpen, dat de Duitschers even op adem (moesten komen om vervolgens eerst eenige orde in den chaos in de door hen bezette gebieden te scheppen, Mussolini, die op het vaste land geen enkel gevaar meer had te duchten, over een sterk, goed uitgerust leger, een groote luchtmacht en een vrij sterke vloot beschikte, kon nu in Afrika zijn slag slaan. Hij deed het echter niet. Eerst zeer langzaam kwam er eenige beweging in, waardoor de Britten de gelegenheid kregen, in allerijl troepen uit Australië en Britsch-Indië naar Egypte te dirigeeren. Churchill moest trachten tijd te winnen, die hem ook inderdaad door het talmen van de Italianen werd gelaten, maar hij mocht onder geen voorwaarde riskeeren, dat de Fransche vloot zich bij de as zou voegen. Onder het motto, de eerste klap is een daalder waard, gaf hij zijn admiraals last, de Fransche schepen in Noord-Afrika en in de haven van Dakar onschadelijk te maken. Dit gelukte, althans voor een zeer groot deel, en hoewel de indruk in de tijdelijke hoofdstad van het niet door de Duitschers bezette deel van Frankrijk, Vichy, zeer pijnlijk was, zoo stond daar tegenover, dat de Italianen voldoend waren geïmponeerd om zich voorloopig niet buitengaats te wagen. Zij vervielen in dezelfde fout, die de Duitschers in 1914 hebben gemaakt toen ze het niet aandurfden, hun mooie nieuwe vloot tegen een sterkeren vijand in te zetten. Mussolini realiseerde niet, dat een zware beschadiging van de Engelsche vloot, zelfs al moest hij daarbij zelf het loodje leggen, voor de Britten het einde had kunnen beteekenen. Door zijn eskaders achteraf te houden kon hij wel probeeren een strategie van een „fleet in being" te spelen, op die manier ook sterke krachten van den vijand bindend, maar hij vergat daarbij, dat een actief man als Churchill hem dit spel niet rustig zou laten spelen. Nadat de welbekende maarschalk Balbao door toedoen van de Italianen zelf om het leven was gekomen, werd zijn plaats ingenomen door den voor- zichtigen Graziani, die methodisch te werk ging en eerst na langdurige voorbereiding een aanval op Sidi Barani, aan den kustweg naar Egypte, dorst te ondernemen. De val van deze plaats werd algemeen als een etappe op den weg naar het Suezkanaal beschouwd, maar in stede van toen door te tasten, groeven de Italianen zich in. Men heeft wel beweerd, dat hun vliegtuigen verouderd zouden zijn en geen partij voor de Britsche vliegers, doch idit kan niet heelemaal juist zijn aangezien Italië plaatselijk een gewel dige overmacht moest hebben. Het practisch niet verdedigde Britsche Somali- land werd na een korte campagne door de Italianen bezet, maar daar bleef het verder ook bij. De propagandadienst van de as deed het verder wel voorkomen alsof er tusschen Hitler en Mussolini de grootst mogelijke overeenstemming bestond. De samenkomsten van de beide dictators eerst in Münohen, later op den Brenner en in Florence, aangevuld door menige bespreking tusschen von Ribbentrop en graaf Ciano, werden als evenzooveel apotheosen gevierd, maar van een eenhoofdige leiding bleek toch niet al te veel, zeer zeker niet op strategisch gebied. Wij weten trouwens van de inwendige geschiedenis van de as te weinig af, dan dat conclusies mogelijk zouden zijn. Zoo is het ons niet eens bekend, of de Duitschers wel zoo heel erg waren gebrand op het meedoen van Italië. De non-belligerentie van dezen partner bracht immers mee, dat Engeland toch volkomen in de Middellandsche Zee gebon den bleef, voortdurend op zijn hoede moest zijn en tegelijkertijd de blokkade niet in al zijn scherpte kon doorvoeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 67