mandant mj. E. P. Cavaljé) een krachtig salvovuur, hetgeen haar vijf gewonden kostte. Te 9.30 aan den uitersten boschrand en op 40 m van de versterking vóór de groote missigit aangekomen, kon deze com pagnie niet meer voorwaarts. In zeer korten tijd leed zij 50 verliezen ook ontstond gebrek aan munitie. Zij hield niettemin stand en nam, na aankomst van de overige onderdeelen van de colonne, deel aan de achtereenvolgende bestorming en vermees tering van de versterking en de daarachter gelegen groote missigit. Hoewel wij blijkens het vorenstaande bij de beschreven actie niet onaanzienlijke verliezen leden aan dooden en gewonden te zamen, sneuvelden onzerzijds slechts 7 Europeesche, 3 Amboi- neesche en 7 Inheemsche militairen. Dat het opschrift op het monument niet spreekt van 17 doch van 10 dooden, kan op goede gronden zoo worden verklaard, dat de Amboineezen allen Chris tenen waren en men de Christenen en Mohammedanen in twee afzonderlijke massagraven heeft ter aarde besteld. 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 6