67
Dadelijk na de Fransche capitulatie deelde hij aan de Engelsche regeering
mede, niet van zins te zijn, de wapenen neer te leggen. Met de naar Engeland
uitgeweken Fransche troepen legde hij de basis voor een Vrij Frankrijk, dat
als oorlogvoerende macht en bondgenoot aanstonds door de Britsche regee
ring werd erkend. Een gedeelte van de Afrikaansche koloniën sloot zich bij
hem aan en nu is het maar de vraag, wat Tunis en Marokko zullen doen.
Hier voert thans Generaal Weygand het bevel. Het is misschien niet te veel
gezegd wanneer we vaststellen, dat hij thans niet alleen het lot van Frankrijk,
maar zelfs van Europa in de hand heeft. Zijn positie doet veel denken aan
die van den Pruisischen generaal York, die zich in 1812, na den terugtocht
van de Franschen uit Rusland, tegen de wenschen van zijn koning in, met zijn
legerkorps bij de Russen aansloot, daarmede Pruisen dwingend, kleur te
bekennen en practisch den stoot gevend tot Napoleons val.
In den Pacific ondervond men den terugslag van de gebeurtenissen in
Europa natuurlijk in hooge mate. Ware Japan niet in alle opzichten door het
conflict in China gebonden, dan zouden zij nog veel grooter zijn geweest.
Tokyo betreurt het ten zeerste, niet meer en beter van de algemeene wereld
situatie te kunnen profiteeren, maar het staat voor geweldige moeilijkheden.
De oorlog met China verslindt schatten zonder dat men ook maar iets opschiet.
Men heeft gebrek aan schepen, aangezien een groot gedeelte van de handels
vloot als transportschepen dienst moet doen. Het goud is uit het land ver
dwenen, waardoor men niet voldoende grondstoffen kan inkoopen om aan
de vraag van de industrie te voldoen. Tot overmaat van ramp is de rijstoogst
nu voor de tweede maal mislukt, zoodat het geheele Japansche volk op
rantsoen moest worden gesteld.
De interne spanning blijkt wel uit het feit, dat in den loop van dit jaar
driemaal een kabinetscrisis plaats vond het laatste ministerie werd samen
gesteld door Prins Konoë. Het voorgaande kabinet werd door het leger
gedwongen het veld te ruimen, zoodat de tegenwoordige regeering in nog
grootere mate afhankelijk is van de militairen dan vroeger reeds het geval
was. Men wil nu het geheele staatsbestel reorganiseeren, waarbij men echter
zorgvuldig vermijdt, van fascisme te spreken. Handel en industrie zullen nog
meer gebonden, de politieke partijen uitgeschakeld en een nieuwe nationale
structuur ontworpen worden.
Het 2600-jarig jubileum van de monarchie, waarvoor men al vijf jaren voor
bereidingen had getroffen, werd op beperkte schaal en slechts intern gevierd.
In Juli meende men, dat Engeland zou bezwijken, hetgeen aanleiding was
om te probeeren, den immer door de marine gepropageerden opmarsch naar
het Zuiden in te zetten. Het eerste doel was Indo-China, waar de Fransche
autoriteiten volkomen het hoofd verloren bleken te hebben. Men had de
kans, zich bij generaal de Gaulle aan te sluiten, maar liet het na. De Gouver
neur-Generaal, generaal Catroux, nam daarop zijn ontslag, vertrok naar
Engeland en werd opgevolgd door admiraal Decoux, die er in toestemde, met
de Japanners te onderhandelen. Dit voerde tot een overeenstemming, waarbij
de regeering van Indo-China er mee instemde, dat Japan in Tongking een
aantal troepen legde en enkele vliegbases bezette. Daarmede was het noorden
van de Fransche kolonie practisch een Japansch protectoraat geworden.
Nauwelijks was deze overeenkomst geteekend, of een Japansch bevelhebber
in Zuid-China liet weer eens duidelijk uitkomen, hoe weinig de centrale
leiding over lagere organen heeft te vertellen, door op eigen houtje een
gevecht tegen de in het noorden staande Fransche troepen te beginnen.
Maar zelfs dit gaf den Franschen geen aanleiding, hun houding te
herzien ze lieten zich intimideeren. De Japanners, die geen goud hebben
en groot gebrek aan rijst, probeeren thans de vruchten van hun positie te
oogsten door het sluiten van een handelsovereenkomst waarbij Indo-China
zijn rijstsurplus zal afstaan in ruil voor Japansche waren.
Afgaand op uitlatingen van de Japansche pers, hoopte men in Nederlandsch-
Indië dezelfde politiek te kunnen toepassen, al ging het hier niet om voedsel
maar om tin, rubber en petroleum. Baseerden de schrijvers zich op het