68
eerbetoon, waarmede de naar Java gezonden, door minister Kaboyashi geleide
handelsmissie hier werd ontvangen? Dit eerbetoon was niet meer dan pas
send het zou onhoffelijk zijn geweest, het achterwege te laten. Doch wan
neer diezelfde schrijvers mochten hebben gedacht, ons hier totaal gebroken
te vinden en ook bereid tot capitulatie dan kwamen zij toch bedrogen uit.
De Nederlandsch-Indische regeering verklaarde zich bereid tot besprekingen
over economische aangelegenheden, maar verwees de delegatie voor politieke
zaken naar het Opperbestuur in Londen. Na eenige weken van onderhandelen
minister Kobayashi keerde inmiddels naar Tokyo terug en werd vervangen
door oud-minister Yoshizawa is nog slechts een leveringscontract tot stand
gekomen tusschen de betrokken Nederlandsche en Japansche petroleum -
maatschappijen, dat weliswaar zeer de aandacht heeft getrokken, maar toch
minder behelst dan men in het buitenland algemeen aannam.
In China ging het den Japanners heelemaal niet voor den wind. Het gebied
om Nanning moest worden ontruimd, zoogenaamd omdat men het na de
bezetting van Noord-Indo-China niet meer noodig had, in werkelijkheid
aangezien men met een tekort aan geoefende troepen heeft te kampen. Een
met veel ophef aangekondigd „bliksemoffensief" in de streek van de Han-
rivier liep dood de Chineezen berichten, dat zij erin slaagden, de Japanners
met zware verliezen terug te werpen. Tokyo zwijgt er verder over.
Tijdens de onderhandelingen tusschen Hitier en Molotov zette men in
Tokyo de besprekingen met Wang Ching Wei in Nanking stop, blijkbaar in
de hoop, daardoor de Russen voor zich te winnen en vervolgens met Chiang
Kai Shek tot een overeenkomst te kunnen komen. De Chineesche generalis
simus liet echter duidelijk blijken, van geen vrede te willen weten, tenzij dan
op zijn voorwaarden. De Russen verklaarden, hem niet te zullen loslaten en
Amerika verleende op den dag van de onderteekening van het drievoudig ver
bond met Italië en Duitschland een crediet van niet minder dan 100 millioen
dollar.
Dit alles gevoegd bij de wederopenstelling van den Burmaweg en een veel
krachtiger houding van de Engelschen, maakte dat men in Tokyo dan toch
maar met Wang Ching Wei in zee ging een overeenkomst werd geteekend,
waarbij Japan zelfs aan dezen overlooper moest beloven, het bezette gebied
na verloop van tijd te zullen ontruimen. De onder controle van Nanking
staande Chineesche pers is zelfs zoo onvriendelijk, met nadruk te vragen,
wanneer de Japanners met deze ontruiming een begin zullen maken. Niets
teekent den toestand beter
De Japansche pers doet wel zeer dreigend, de nieuwe minister van Buiten -
landsche Zaken, Matsuoka, houdt tal van onvriendelijke redevoeringen, maar
met dat al bespeurt men den Amerikaanschen druk op elk gebied.
Men is ook zeer geschrokken van het bevel aan alle Amerikaansche onder
danen, Oost-Azië te verlaten. „Waarom doet ge dit", vroegen regeering en
pers, „er is immers geen kou aan de lucht". Tegelijkertijd constateert men
met. leedwezen, hoe de Amerikaansch-Britsche samenwerking steeds inniger
wordt. Toen er sprake was van een eventueel te Singapore stationneeren van
een deel van de Amerikaansche vloot, verklaarde de Japansche pers, dat
Japan dit als een oorlogsverklaring zou opvatten. Hetzelfde werd gezegd van
de wederopenstelling van de Burmaroute, doch men liet het bij woorden.
Munster Matsuoka heeft kort geleden de Amerikanen nog eens bezworen,
hun houding te wijzigen. De in Washington zeer geziene, gewezen minister
van Buitenlandsche Zaken, Nomoera, wordt naar de V.S. gezonden om de
plaats van den teruggeroepen ambassadeur Horinouchi in te nemen, maar
Washington weigert hardnekkig, zijn houding te wijzigen. Geen veranderingen
door geweld handhaving van den status quo en eerbiediging der bestaande
verdragen. Dit is moeilijk in overeenstemming te brengen met de Japansche
wenschen betreffende de nieuwe orde in Oost-Azië (er is zelfs al sprake van
een GrooterOost-Azië er blijft dus een diepe kloof te overbruggen, ook
al herhaalt Japan steeds weer met nadruk, slechts te streven naar co-prospe-