70
De moeilijkheid is echter, dat men de industrie eerst nog voor dit doel
moet organiseeren en de werklieden voor het plan winnen. Het gaat hier om
het opvoeren van den arbeidstijd zonder de kosten al te veel te doen stijgen.
Er is nog veel stagnatie, nog vergroot door de steeds dringender behoeften
van Engeland. Steunt men de Engelschen ten volle, zooals het heele
volk gaarne wenscht dan komt de eigen herbewapening in het gedrang,
terwijl men ook nog rekening moet houden met de behoeften van kleinere
staten zooals Nederland. Tot dusver luidt de leus „allen steun aan Enge
land, maar geen oorlog". Het is echter de vraag of dit zoo zal kunnen blijven.
Nog zijn geen incidenten met Duitschland voorgevallen, maar ieder oogen-
blik kóm er iets gebeuren, dat de stemming radicaal zal doen omzwaaien.
De herkiezing van President Roosevelt de eerste maal, dat een Ameri-
kaansch president voor de derde maal zitting zal nemen heeft intusschen
wel doen zien, hoe groot het vertrouwen is dat men in dezen zoo uiterst
bekwamen leider stelt. Het feit alleen al, dat men in Tokyo, Berlijn en Rome
op een overwinning van den tegencandidaat Wilkie hoopte, spreekt boek-
deelen. Er blijft nu een vaste lijn in de Amerikaansche buitenlandsche poli
tiek, want ook Cordell Huil, de staatssecretaris voor Buitenlandsche Zaken,
blijft thans aan.
In tegenstelling tot de politiek van de totalitaire staten is de Amerikaan
sche niet erg luidruchtigmen gaat kalm zijn weg zonder veel ophef of
groote woorden. Japan ondervindt het bijna dagelijks. We schreven reeds
over de leening aan Chungking. Hiernaast zij melding gemaakt van de lange
lijst van producten, welke Japan dringend noodig heeft, doch waarvan de
uitvoer onder controle werd gesteldomdat Amerika ze zelf niet kan
missen. Het begon met oud-ijzer, daarop kwam vliegbenzine aan de beurt
en nu geldt het ook voor allerlei machines, die Japan vroeger uit Duitsch
land betrok.
Zuid-Amerika blijft het zorgenkind van de Noord-Amerikanen. Men doet
op Pan-Amerikaansche congressen, zooals in Havanna, nu enkele weken
geleden, zeer vriendelijk, belooft elkaar wederkeerig steun, maar men beseft
in Washington natuurlijk heel goed, dat enkele groote staten, zooals Brazilië,
zeer veel sympathie voor de totalitaire gedachte koesteren. Men is ook niet
blind voor de pogingen, die Japan aanwendt om hier de markt te veroveren.
De verhouding tot Mexico is echter aanzienlijk verbeterd nu een nieuwe
president is opgetreden.
Tot dusver bleef de strijd, afgezien van enkele gevechten met Duitsche
kapers, tot het oude werelddeel beperkt. Of dit zoo zal blijven is een vraag,
die we zelfs in deze laatste week van het jaar 1940 niet durven beantwoor
den. De Italiaansche nederlagen hebben het beeld van den algemeenen
toestand radicaal gewijzigd, al blijft de strijd om Engeland door het duik
bootengevaar zorgen baren.
Het vaderland werd door den overweldiger bezet, onze landgenooten in
het moederland gaan zware tijden tegemoet. De dynastie werd echter gered
en met haar een groot deel van de vloot. Nederlandsch-Indië, Suriname en
Curacao, het grootste deel van het Rijk der Nederlanden, staan paraat in
de branding, zich op alles voorbereidend onder de moedige leiding van ons
dappere Koningin, gesteund door Hare ministers in Londen. Prins Bernhard,
heeft zich, gelijk eens werd gezegd van den Hertog van Saksen Weimar, als
vreemdeling met de punt van den degen een eereplaats gegrift in het register
der Nederlandsche natie. Wit is er niet ontroerd door het onopgesmukte
verhaal van den tocht van H. K. H. Prinses Juliana aan boord van H. M.
Sumatra naar Canada Zoo juist heeft onze Kroonprinses als „goodwill"-
ambassadrice in New York en Washington de harten van de Amerikanen
stormenderhand veroverd.
Misschien zal later blijken, dat de trouw en aanhankelijkheid door de
heele bevolking van het vrije deel van het Rijk in Oost en West in de ure
des gevaars aan Koningin en Regeering betoond, van de verst strekkende