91 ring. Pionierarbeid en dekking zijn belangrijke zaken maar zij moeten worden onderwezen in samenhang met beweging en verkenning. De strijd in loop graven en stellingen behoort tot de militaire relikwieën. Zij zijn zeker ondoel matig tegenover een sterke mobiele colonne, die voor het banen van een weg voor de achter haar volgende zwaardere eenheden eerder steunt op snelheid dan op vuurkracht. Dit is een beginsel, dat evenzeer als in het leger, in de Home Guard dient te worden begrepen. Zoolang iedere brigade- en sectie commandant er nog niet volledig van is doordrongen en velen van hen behoeven in dit opzicht nog grondig onderricht komt het bij de opleiding niet tot zijn recht. Zijn die commandanten eenmaal op de hoogte van de moderne beginselen van de verdediging, dan kan men de detail-uitvoering met een gerust hart overlaten aan de omstandigheden. Detachementen Home Guards dragen ook aanmerkelijk bij in de verde diging van bedrijven. Hier zijn zij gebonden aan een vaste plaats. In vele districten moeten de mannen echter reeds meer dan het normale aantal uren aan hun gewone werk besteden, waardoor op hen geen verder beroep kan worden gedaan. Schakelt men hen uit, die dienst doen bij de brandweer en de luchtbescher ming, dan zijn in sommige gevallen naar verhouding slechts weinig weerbare mannen beschikbaar. Ook is bijvoorbeeld in de zware industrie en bij krachtinstallaties het aantal werklieden als regel klein in verhouding tot de oppervlakte, die het bedrijf bestaat. In vele industriegebieden, waar het aantal weerbare mannen voor de verdediging van de afzonderlijke bedrijven klein is, valt dan ook veel te zeggen voor gecombineerde bedrijfsverdediging. Hoewel de verdediging van industrie-objecten tegen sabotage door binnen dringende vliegende colonnes waarschijnlijk eenvoudiger is dan die in het open veld, vereischt eerstbedoelde afweer toch bijzondere opleiding. Nu is de burgerlijke en militaire afweer in de groote steden reeds zoo ver ontwik keld, dat de rol van de Home Guard daar kon worden verkleind. Tusschen de kleinere bedrijven in de verder uiteengelegen industriegebieden zal de bijzondere behoefte aan Home Guards echter blijven bestaan. De Home Guard is nu de kinderschoenen ontwassen. Haar organisatie werkt met een redelijke vlotheid en er is tijd geweest voor bespreking in het openbaar van de vraagstukken, welke verband houden met de betaling en de discipline. De leden van de Home Guard zijn meerendeels geen lieden met groote salarissen en veel vrijen tijd. Zij zijn veelal loontrekkers, die geen geld hebben om zich iets aan te schaffen dat hun het leven kan veraange namen velen hebben door het vervullen van hun militaire plichten bovendien eenige uren loon moeten derven. De vergoeding van 1 s. 6 d. voor elke dienst- periode van 5 uur, ofschoon veroordeeld door enkelen, was velen leden van de Home Guard zeer welkom. Zij, die de betaling niet willen aannemen, kun nen haar veilig in „Savings Certificates" beleggen of beter nog, zonder rente aan het land terugstorten. Belangrijker is het vraagstuk van de discipline. Technisch gesproken zijn er geen officieren of onderofficieren in de Home Guard. In de practijk r staan de regiments- en bataljonscommandanten gelijk met officieren, de sectie commandanten en het lagere kader met onderofficieren. Zij allen oefenen niet die militaire discipline uit, welke het beroepsleger kenmerkt, doch in het algemeen trachten zij zich hetgeen belangrijk is voor hun taak berekend te toonen, een verantwoordelijkheid te dragen voor hun manschappen, welke toont, dat een vrijwilligerskorps zich kan beroepen op iederen vorm van militaire verantwoordelijkheid, zelfs al is het niet gesteld onder de tucht van de militaire reglementen. De verwijdering van ongeschikte leiders en het vasthouden aan het democratische karakter van de weermacht zooals eenige gepensionneerde generaals bewezen door vrijwillig hun kolbak voor de eenvoudige „Home Guard"-uniform te verwisselen zullen de saam- hoorigheid versterken in wat in eerste instantie een burgerleger is. Niettemin is het dringend noodzakelijk, de verdere ontwikkeling in beschou wing te nemen. Op dit oogenblik bestaat nog steeds de noodzaak van een beweeglijke verdediging bij een eventueelen inval.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 95