202 zou zijn van zijn volgend offensief, hetgeen derhalve de medewerking van Spanje en in zeker opzicht ook van Frankrijk zou impliceeren. Een der gelijke zet zou dan een poging zijn, de Britsehe vloot in de Middellandsche Zee te immobiliseeren en dus zeer zeker op een juiste basis berusten. Het is in dit verband niet, althans niet voldoend duidelijk, waarom de Duitschers de Italiaansche débacle zoo lang rustig hebben aangezien. De Italiaansche legers namen een, voor het Britsehe rijk en de blokkade zeer gevaarlijke, positie in. Men heeft tot voor kort wel beweerd, dat een opmarsch uit Sidi Barani naar Egypte en het Suezkanaal niet goed uitvoerbaar was, maar Gnl. Wavell heeft het tegendeel bewezen. De Italianen hadden dus de mogelijkheid, aan het blokkadefront een zwaren klap toe te brengen waarom men zijn krachten verdeelde en in stede van alles te concentreeren op een veldtocht door de woestijn in o. richting, ook nog Griekenland bin nenviel, zal voorloopig wel een raadsel blijven. Evenmin valt te begrijpen, waarom de Duitschers zoo lang hebben getalmd met het geven van actieven steun aan den asgenoot, waarvan men in Berlijn toch a priori moest aan nemen, dat hij een zwakke militaire broeder was. Men heeft zoodoende een werkelijk mooie gelegenheid laten voorbijgaan. Een bezetting van Egypte door de as zou, afgezien nog van de moreele waarde, van groote strategische beteekenis zijn geweest. Wel mag men aannemen, dat de Britten het Suez kanaal dan wel tijdig onbruikbaar zouden hebben gemaakt, maar bij den huidigen stand van de techniek zou een herstel slechts een kwestie van maanden zijn geweest. Het is echter anders geloopen. Churchill heeft het aangedurfd, Wavell met een relatief zwakke troepenmacht dwars door de woestijn te laten aanvallen op het leger van Graziani. De Britsehe premier heeft later toegegeven, dat het een waagstuk was. Maar het slaagde Het was hier niet een kwestie van moeilijke manoeuvres en een ingewikkelden strategischen opzet. De tegenpartij had zich verschanst het ging er nu maar om, den aanval goed te „timen" en de samenwerking tusschen leger, vloot en luchtmacht te regelen. Dat klopte als een bus. En toen de Italianen geen enkele poging ondernamen, den Britschen aanval in de war te sturen, konden Waveils troepen hun zegetocht voortzettenSolloem, Bardia, Tobroek, Derna, Het moreel van de Italianen, toch al niet hoog, schijnt nu wel definitief te zijn gebroken. Ook op de troepen in Albanië en Abessinië moet de serie nederlagen wel een diepen indruk maken. De Britten hebben nu een kans en Churchill is er de man niet naar, die ongebruikt te laten het verlies van Abessinië zou op de Italiaansche bevolking een geweldigen indruk ma ken, al zou de strategische beteekenis niet zoo heel groot zijn. De hoofd zaak is hier, dat de bedreiging van Egypte voorloopig van de baan is. De strategische beteekenis van Tunis wordt nu met den dag grooter en daarmede de positie van de Fransche troepen onder generaal Weygand van meer belang. Zou hij zich bij het vrije Frankrijk voegen, dan hebben de Britten de kans, zich van geheel N.-Afrika meester te maken en daar mede ook van Spaansch Marokko, zoodra de Spanjaarden al dan niet vrij willig gemeene zaak met de as zouden maken. Het zou eventueel een kwestie van tijd worden. Een vermeestering van Ceuta zou een goede tegenzet zijn tegen een Duitschen aanval op en zelfs verovering van maar dat is nu juist niet zoo heel eenvoudig Gibraltar. Hitier heeft, zij het te elfder ure, besloten Italië te helpenDuitsche duikbommenwerpers maken nu de Middellandsche Zee onveilig, Sicilië schijnt door Duitsche troepen bezet en Malta had zware aanvallen te ver duren. Het is vermoedelijk te laat om nog op Afrikaanschen bodem te strijden, maar nu schijnt het doel te zijn, een wig te drijven in het Britsehe Middellandsche Zee-front. Wat dan verder in het o., in Egypte niet gelukte, zal aan den w. uitgang moeten worden geprobeerd. Daarom lijkt het stra tegisch juister, rekening te houden met een Duitschen opmarsch door Spanje dan met een directen aanval op Engeland. Maar, zal Franco zich daartoe leenen Overigens 'bestaat natuurlijk ook de mogelijkheid, dat de Duitschers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 101