de waarschijnlijkste en voor ons gevaarlijkste landingspunten en snelle tegenactie van aanvankelijk verspreide, later tegen de hoofdactie vereenigde, detachementen met sterke vuur- en stoot kracht. Deze beginselen leidden reeds tot versterking en uitbreiding van de kustverdediging. Voorts lijkt het aangewezen, voorloopig improvisorisch, doch later organiek, ertoe over te gaan, voren bedoelde detachementen als zelfstandige „brigades" te organiseeren. Deze brigades zouden dan kunnen bestaan uit gemotoiiseerde cavalerie, gemotoriseerde infanterie, vechtwagens, pantser- en luchtafweertroepen, mobiele artillerie, pioniers, verbindings-, ge neeskundige en reparatie-eenheden, den trein en overige diensten. Gesteund door het luchtwapen zullen deze geheel gemotori seerde en gemechaniseerde brigades, zij het op kleinere schaal, alle elementen van de welbekende pantserdivisiën in zich ver eenigen en derhalve zeer moderne organisaties vormen. De types vechtwagens zullen, zooals Z. Exc. de Legercommandant in den Volksraad mededeelde, zoodanig zijn, dat tegenover elk type, dat de vijand in onze terreinen kan gebruiken, onzerzijds een min stens gelijkwaardig type kan worden gesteld. Er zullen lezers zijn, die zich onwillekeurig afvragen, of deze geheel gemotoriseerde en gemechaniseerde brigades in verschil lende van onze terreinen niet aan tactische mobiliteit zullen in boeten. Hoewel uiteraard moet worden getracht dit z.v.m. te voor komen, zal aan eenig verlies van tactische mobiliteit niet kunnen worden ontkomen. De groote winst aan strategische mobiliteit en de daardoor geschapen mogelijkheid, den vijand op zijn zwakste oogenblik, d.i. tijdens of kort na de landing, en overigens in terreinen naar onze keuze aan te grijpen met machtige aanvals middelen, gaat echter verre uit boven evengenoemd verlies. Kracht en snelheid zijn de eischen, welke de moderne organisatie stelt. Dat is het grondbeginsel, waarvoor andere overwegingen van ondergeschikten aard mogen en moeten wijken. Op den weg van. de door ons gedachte organisatie zijn reeds zeer belangrijke stappen gedaan. Overgegaan werd tot motorisatie van een groot deel van de cavalerie en wielrijders, door het scheppen van gemotoriseerde eskadrons. Deze eskadrons zijn in algemeenen zin samengesteld uitcommandogroep, een peloton pantserauto' s of gepantserde verkenningsauto's en 2 pelotons motorrijders, ruim voorzien van mitrailleurs en lichte mitrailleurs, terwijl naar behoefte pantser- en luchtafweermiddelen en e.g. vechtwagens kunnen worden toegevoegd. Voor de lezers in den troep is het geen geheim dat de z.g. 10e compagnieën reeds geheel werden gemotoriseerd, terwijl in af wachting van de motorisatie van de geheele infanterie en artil lerie, groote aantallen vrachtauto's werden aangeschaft om een groot deel der infanterie en artillerie per auto te vervoeren. Vechtwagens hebben wij reeds allerwegen kunnen waarnemen. 116

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 15