gen, dan moet de voorhoede in het algemeen snel voorwaarts zij moet daarin door ons terzijde worden gestaan. Daarvoor is dus de directe indeeling van transportploegen bij de voorhoede noodzakelijk het belang van dezen maatregel bleek o.a. bij een geneeskundige oefening, waarbij de transportploegen weliswaar in het bevel bij de voorhoede waren ingedeeld, doch door een misverstand niet ter plaatse aanwezig bleken een opont houd van meer dan twee uren in den afvoer der gewonden was het gevolg. Ook een tegenovergesteld voorbeeld uit de practijk kan worden genoemd bij een oefening was het aan het voorhoede-bataljon door overvleugeld optreden gelukt, een vijandelijke verkennings- afdeeling terug te dringen. Bij de overvleugelende compagnie waren gewonden gevallen, en de transportploegen waren het terrein ingegaan om hen op te halen. De voorhoede trok echter inmiddels dus zonder transportploegen door de detache mentsarts vond de oplossing, met de auto's, uitgezonden voor het ophalen der gewonden, nieuwe transportploegen mede te geven, en de eerstingedeelden bij hun terugkeer aan den hoofd weg, waarlangs de actie plaats had gevonden, wederom terug te nemen. Ook het vraagstuk van de eventueele oprichting van een Hp.V.P. bij de voorhoede komt bij de actie van dit onderdeel ter sprake. Hier geldt in de eerste plaats de regel, de Hp.V.P.A. zoo lang mogelijk mobiel te houden eerst bij verliezen van eenigen omvang zal tot oprichting van een Hp.V.P. worden overgegaan. Bij de eerste lichte schermutselingen, bij kleine verliezen, zal een regimentsarts veelal gelegenheid hebben, met personeel en mate rieel van een nog niet gefixeerde V.P.A. de zorg voor die eerste gewonden op zich te nemen, waardoor de Hp.V.P.A. in staat blijft, het voorhoede-bataljon te volgen. Bestaat een voorhoede (c.q. frontgroep) uit meer dan één bataljon, dan zal de voorhoede-arts trachten, door inzet van één Hp.V.P.A. voor naast elkaar ageerende bataljons een reserve in de hand te houden om bij een eventueel voorwaarts gaan in de verschillende gevechts-phasen met elkaar overlappende hulpver- bandplaatsen te kunnen werken. Hier komen wij op het meer algemeene vraagstuk van het in de hand houden van een reserve, dat zoowel bij het inzetten van de T.A. als bij het doen oprichten van Hp.V.Pn. in beschouwing zal moeten worden genomen. Omtrent reserves zegt het G.V.I. „reserves zijn een onmisbaar middel in de hand van den comman dant om zijn invloed op den loop van het gevecht uit te oefenen en aan onvoorziene omstandigheden het hoofd te bieden". Onmiddellijk daarop volgt echter „wanneer de omstandigheden dit eischen, zal een commandant niet aarzelen, zijn reserve tot den laatsten man in te zetten". 148

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 47