was hij diep onder den indruk van Duitschland's militaire schep pingen. Talaat was veel minder verblind, zag het samengaan met de Duitschers niet als doel maar als middelhij wilde de optimist zich na het bereiken van zijn doel zoo snel mogelijk van hen ontdoen. Men zou uit vorenstaande opsomming de conclusie kunnen trekken, dat de anti-Duitsche elementen toch wel in de meerder heid waren. Inderdaad was dit ook zoo zelfs het volk beschouwde de Engelschen als hun vrienden. De pro's hadden echter door interne politieke verhoudingen de macht in handen. Gesteund door Wangenheim, Souchon en tenslotte natuurlijk ook Liman von Sanders, vormden zij een muur, waartegen de geallieerde diplomaten het hoofd te pletter liepen. Toch mag men achteraf en indachtig aan het „een krijgsman wint reeds veel, al wint hij niet dan tijd" wel zeggen, dat zij tóch nog veel hebben bereikt zij wonnen drie maanden tijd. Keeren wij thans terug naar Egypte. Bij het uitbreken van den oorlog zijn noch de Khedive, Abbas II, noch de Britsche Hooge Commissaris, Lord Kitchener, daar aanwezig. De eerste brengt zijn zomervacantie te Konstantinopel doorde laatste bevindt zich te Londen. Algemeen vreest men een aanslag van de Goeben en Breslau op Egypte. De Egyptische ministers vergaderen nu onder den regent en dragen op 5 Augus tus de verdediging van Egypte op aan de Britsche strijdkrachten. In de havens, die toegang geven tot het Suez-kanaal, zullen zij echter geen oorlogsrechten kunnen uitoefenendie havens zijn immers onderworpen aan de bijzondere regelen van het inter nationaal statuut van 1888. Dat statuut waarborgt ook de vrije doorvaart, doch het duurt geen veertien dagen of zij is voor Duitsche en Oostenrijksche schepen verboden omdat de Egyp tische autoriteiten bevreesd zijn voor vernielingspogingen. Op 4 Augustus draagt Londen aan Simla op, den 24sten Augus tus twee divisies naar Egypte te zenden ter aflossing van de reeds eerder vermelde zwakke bezettingstroepen. Wanneer nu het bericht van het binnenloopen te Konstantinopel van de Goeben en Breslau wordt ontvangen, slaakt men eenerzijds wel een zucht van verlichting, maar anderzijds vreest men een snel ingrijpen van Turkije. Onmiddellijk draagt het War Office Britsch-Indië op, het vertrek van de aflossing vier, als het kan vijf dagen te vervroegen. In den Indischen Oceaan opereert de Duitsche kruiser Königs- bergde Black Prince en de Duke of Edinburgh worden aange wezen voor het beschermen van de verbindingslijn. Den 16den Augustus krijgt de Black Prince echter het bevel, te Suez te blijven voor mogelijk optreden tegen de Turken. Wanneer deze oorlogsbodem daar aankomt, wordt de aanvankelijke opdracht weer van kracht omdat inmiddels de Warrior te Port Said is 160

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 59