op. In dit jaar leverde het bosch 765.000 kg aan producten met
een waarde van 3.124.000.terwijl in 1930 487.000 kg nog
slechts rond 1.300.000.opbrachten.
Helaas staan de boomen, die de goede dus dure houtsoorten
leveren, zeer verspreid en bovendien in een omgeving welke het
vervoer zoo niet onmogelijk, dan toch zeer moeilijk en kostbaar
maakt, zoodat van een loonende exploitatie vrijwel geen sprake is.
VERBINDINGEN.
De verbindingen zijn gebrekkig en gaan vrijwel alle over water.
De rivieren zijn breed en hebben vele zijrivieren. De Suriname-
rivier is voor de stad Paramaribo meer dan 1 km breed. Doordat
het land zeer vlak is, is de vloed in den drogen tijd tot 100 km
in het binnenland waarneembaar. Het verschil in waterstand
bedraagt dan soms 4 a 5 m. In den regentijd overstroomen de
rivieren uitgestrekte terreinen.
Bovenstrooms, d.w.z. in 'het gebied van de heuvels en het lage
bergland, zijn de rivieren door de vele versnellingen en vallen
onbevaarbaar, behalve voor de boschnegers. Het vervoer vindt
daar plaats in dit gebied liggen eenige goudontginningen, ver
der Boschneger- en Indianen-dorpen met tot 40 voet lange
booten, „korjalen" genaamd, gemaakt uit één uitgeholden (uit-
gebranden) boomstam. Deze booten worden door eenige negers,
elk voorzien van een pagaai (de z.g. „parel"), voortbewogen.
In de versnellingen gebruiken zij lange stokken, de z.g. koela, of
springen buiten boord om met handen en tanden de boot op te
trekken. Dit werk verstaan zij meesterlijk.
Het in 1936 opgerichte „Gemengd Bedrijf" voorziet in het bin-
nenlandsch verkeer met rivierbooten (b.v. ParamariboMoengo
en Paramaribo—GroningenNickerie) en tusschen Paramaribo,
Albina en Nickerie met zeeschepen, die varen op de Engelsche
en Fransche gebiedsdeelen in de omgeving als Engelsch-Guyana
(Demarara), Fransch-Guyana (Cayenne), Trinidad, Martinique
en Guadelope. De grootere buitenlandsche verbindingen worden
regelmatig onderhouden door de reeds vermelde K.N.S.M., door
de Compagnie Générale Transatlantique en door de Alumium
Line. In 1937 deden totaal 409 schepen Suriname aan, waarvan
177 onder Nederlandsche vlag.
Wegen treft men in Suriname weinig aan doordat de gesteldheid
van den bodem der voor het aanleggen van wegen in aanmerking
komende streken zulks zeer kostbaar maakt. Welke moeilijkheden
die gesteldheid opleveren, blijkt wel uit de resultaten van twee
in het droogste gedeelte van 1938 in dit kustgebied geloopen
patrouilles. In 10 en 8 dagen werd per marschuur gemiddeld 600,
resp. 800 m afgelegd.
Een ander bezwaar vormt de groote breedte van de rivieren.
Zij zou den bouw van zeer lange bruggen, derhalve het doen van
176