183
lijke bescherming aan die havens was gegeven, terwijl de B.E.F. in den
wereldoorlog toch nimmer zoo ongunstig stond opgesteld t.o.v. haar bases.
3) De tactiek van de Duitsche pantserdivisies, in het bijzonder die van
haar optreden in samenwerking met luchtstrijdkrachten, was niet verstaan.
Toch had de richting, waarin zij zich ontwikkelde, kunnen zijn ontdekt
door nauwkeurig volgen van de voor-oorlogsche Duitsche militaire literatuur
en practische oefeningen. In het bijzonder zou een nauwlettende studie van
het Duitsche standaardwerk van Eimannsberger, „Der Kampfwagenkrieg",
veel van de nieuwe techniek van hun gemechaniseerde wapens hebben
geopenbaard. In dit werk is een beschrijving gegeven van den denkbeeldigen
slag „van Augustus 1940", waarin de Duitschers worden veronder
steld," met pantserdivisies en met luchtstrijdkrachten in reserve op te rukken
tegen een front Brugge Namen St. Quentin. Het geheele verhaal ver
toont een merkwaardige overeenkomst met de operaties, welke hebben plaats
gehad
4) De Fransche strategie bleef gebiologeerd door het dogma van de ver
dediging. De Maginot-linie had haar ongunstigen invloed eveneens uitge
oefend op de Fransche tactiek. Al het geld en alle krachtsinspanning in
Frankrijk zijn jarenlang besteed aan den bouw van die linie, welke het
geheele Fransche leger ondergeschikt maakte aan permanente verdedigings
werken. Doch toen werkelijk oorlog moest worden gevoerd, stond het Fran
sche opperbevel tegenover een geheel ander vraagstuk
De Duitschers hebben volgehouden, dat de „lineaire" strategie van de
Britten in den wereldoorlog de oorzaak was van den ondergang van het
5de Leger in Maart 1918. Zij beweren eveneens, dat de verrassing in de
moderne oorlogvoering slechts is te verkrijgen door te strijden in diepte
en met snelheid, zoowel in den aanval als in de verdediging. De „lineaire
strategie, die ten grondslag lag aan den bouw van de Maginot-linie, zou
slechts gerechtvaardigd zijn, indien deze verdedigingslijn ongebroken zou
kunnen worden gehouden. Tegelijkertijd nam men echter het besluit, met
de Fransche en Engelsche legers een binnengevallen België te hulp te snellen,
m.a.w., de stellingen te verlaten, die sedert September 1939 van de Belgisch-
Luxemburgsche grens tot de zee waren aangelegd. Deze gedragslijn zou
naar het voorkomt slechts zonder gevaar kunnen zijn gevolgd indien
a men den Belgischen Generalen Staf had kunnen bewegen tot samen
werking en dan van Antwerpen tot de eigenlijke Maginot-linie, een
„tank-proof" stelling zou zijn aangelegd, of
b zulk een stelling zou zijn aangelegd ter bescherming van Frankrijk
zelf tegen een invasie in geval van eenigen tegenslag m de Lage Landen.
Gelet op het verloop van de Britsche verbindingslijnen had er m elk
geval een „veiligheidslijn" moeten zijn aangelegd ter dekking van de
Kanaalhavens.
De „bewegingsoorlog" was echter plotseling mode geworden. Doch de
Franschen hadden zoo geleden van het „Maginot-complex dat zij niet
waren voorbereid op zulk een volledigen ommezwaai in hun wijze van optre-
den van vrijwel passieve verdediging tot de kwade kansen van den
bewegingsoorlog tegen een vijand, die over alle voordeelen beschikte in
den vorm van verscheidene, waarschijnlijk minstens tien, gepantserde divi
sies welke kort te voren een buitengewoon leerzame practische beproeving
hadden ondergaan in den veldtocht in Polen, en ter ondersteuning van
deze gepantserde divisies een serie gemechaniseerde „lichte divisies had
opgebouwd, terwijl een onbekend aantal infanterie-divisies met voldoende
motorvoertuigen was uitgerust om een geheele divisie langs den weg te
vervoeren.
Franschen noch Engelschen bezaten de ervaring en aanvankelijk evenmin
de wapens om het hoofd te bieden aan deze nieuwe tactische voordeelen
voor de Duitschers. Ondersteund door en samenwerkend met in aantal
geheel overmachtige luchtstrijdkrachten, waren de laatsten m staat, te over
winnen door het overwicht van hun bewapening alleen. Zoo is nog eens
bewezen dat moed, moreel en een hooge graad van vaardigheid en oefening,