184 wanneer niet gesteund door nieuwe wapens en de geëigende tactische metho des, het onderspit delven tegenover een overmacht van aantal en wapenen. Verbonden wapens. De beginselen van het offensief volgens het Jap. velddienstvoorschrift 1938. Het hoofdoel van het offensief is, den vijand op het slagveld te omvatten of te vernietigen het kan worden bereikt door een of beide flanken te omtrekken of door 's vijands verdedigingszone te doorbreken. Daarbij zijn noodig vastberadenheid, verrassing en concentratie van het grootste deel van de beschikbare krachten in de richting van den hoofdaanval, gepaard aan actief optreden van de vasthoudende strijdkrachten, zulks ten einde 's vijands aandacht en troepen af te leiden uit de richting van dien aanval. De hoofdaanval richt zich tegen 's vijands flanken, sectorgrenzen of zwak bezette sectoren. De aanval omvat de nadering (verkrijgen van de gevechtsaanraking), de aan de ontplooiing voorafgaande (her)groepeering, de ontplooiing, het oprukken en bezetten van de uitgangsopstelling, den eigenlijken aanval en de vervolging. Frontbreedten. Aan de divisie wordt een bepaalde opmarschstrook toe gewezen. Haar breedte bedraagt voor een in leger-verband ten aanval gaande inf.-divisie als regel 4000 m. In neven-operatieterreinen of daar, waar de divisie zelfstandig optreedt, kan de frontbreedte tot 6000 a 7500 m stijgen. Bij het binnendringen van weerstandszones wordt zij ingekrompen tot 1800 a 2700 m. De breedte van het divisie-vak 'hangt af van de groepeering van haar onderdeelen in de gevechtsformatie, welke bestaat uit eenheden in voorste lijn en (bat.-, reg.-, brig.- en div.-)reserves. Zij worden verdeeld in een rechter en een linker groep. In sommige gevallen treedt in het midden nog een derde groep op. Een van de groepen voert den hoofdaanval uit. De inf.-cie. gaat als regel voorwaarts over een front van 200 m. In voorste lijn dienen niet meer dan 20 cien. te staan. Daarachter volgen 7 of 8 cien. in bat.-res., dan 7 of 8 cien. reg.-res., vervolgens 6 cien. brig.-res. en ten slotte de div.-res. van 8 cien. of een geheel reg. Dit moet niet worden beschouwd als een vaste regel wijzigingen zijn toegestaan naargelang van den toestand. Reserves. De reserves van het reg. dat, of de brig, die den hoofdaanval uitvoert, kunnen in sommige gevallen worden gevormd uit het reg. in div.- res. Dan zullen de reg.- en brig.-res. elk bestaan uit 2 cien., terwijl de div.-res. zal zijn samengesteld uit 2 batn. Een juist gebruik van de reserves verzekert de goede exploitatie van het succes van het gevecht. Een zoodanig gebruik beoogt, het verloop van den strijd blijvend gericht te kunnen houden op het gewenschte einddoel het vergemakkelijkt een door onvoorziene omstandigheden geboden afwijking van de aanvankelijk gedachte wijze van optreden. Dan kunnen uit de reserve de krachten worden geput, noodig voor het veronzijdigen van de uit die omstandigheden voortvloeiende nadeelen. Als regel echter wordt de res. ingezet ter uitbuiting van de voordeelen, welke de aanvallende eenheden behalen. Zij moet niet worden ingezet op 'het oogenblik, dat de eenheden in voorste lijn ernstige verliezen lijden in dat geval zou zij waarschijnlijk eenzelfde lot ondergaan. De reserves dienen te worden gekozen uit de „most efficient" onderdeelenJ) gemeenlijk worden zij gegroepeerd in de richting van den hoofdaanval. Raakt een reserve tijdens den strijd uitgeput, dan zorgt de hoogere cdt. onmid dellijk voor het vormen van een nieuwe res. De versterkte div. In den aanval wordt de div. versterkt met art. en andere wapens. Dit geschiedt als regel door toevoeging van een bat.vewn., 1) Het is niet duidelijk, wat hier wordt bedoeld, nml. geoefendheid in den algemeensten zin des woords, en/of bewapening.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 83