186 van den dag of vóór daglicht eerst een uitgangsopstelling wordt ingenomen dan wel de aanval uit een geleidelijken opmarsch wordt ingezet, steeds wordt onder dekking van de duisternis door individueele verkenning con tact met den vijand opgenomen. Voorbereidingen daartoe worden bij dag licht genomen. Uitgangsopstelllngen op aanzienlijken afstand van den vijand dienen te worden vermeden. Art.voorbereid.ing. Het verdient aanbeveling, voor zonsopgang of bij het aanbreken van den dag aan te vallen. De aanval moet komen als een ver rassing, soms zonder art.voorbereiding, of met een zoo kort mogelijke, ten einde de inf. na het aanbreken van den dag niet te lang te laten wachten op het begin van het gevecht. Art.voorbereiding en nachtelijk inf.optreden worden door den div.cdt. geregeld. Tegenover sterke vij. stellingen zal een krachtige art.voorbereiding noodig zijn ter vernieling van de verdedigingswerken en wapens. In enkele gevallen wordt de art.voorbereiding geregeld door den cdt. van het leger, die niet alleen de legert-art., doch ook een deel van de div.art. onder zijn bevelen heeft. Aan de art.voorbereiding nemen ook de mortieren deel. De duur van de voorbereiding wisselt. Gaat men voorwaarts bij het aan breken van den dag, dan zijn 20 a 30 minuten toelaatbaar in andere geval len duurt zij een uur of langer. De aanval. Aanvallen worden snel ontketendzij moeten worden door gezet zonder acht te slaan op 's vijands vuurkracht en de uitwerking van handgranaten of gas. In allereerste plaats moeten weerstandskernen op de flank worden veronzijdigd en hindernissen worden vernield. Gelijktijdig met het inzetten van den aanval door de inf., legt de art. een intensief vuur langs de vij. hwl. Door 's vijands geheele vuursysteem te neutraliseeren en verbreken, vergemakkelijkt dat vuur het oprukken van de inf. De vewn. verpletteren en vernielen hindernissen, zware wapens en weer standskernen op de flanken. Genietroepen, toegevoegd aan de inf., helpen de hindernissen overwinnen, pogingen bestrijden tot herstel van de vij. weer- standskemen in het bijzonder op de vleugels en het vervoerde terrein zuiveren van kleine vij. detn. en hindernissen. Het binnendringen van de vij. stelling wordt gevolgd door de combinatie van vuur en bajonetaanvallen, door het uitbuiten van het succes en het voortzetten van den aanval. Speciaal samengestelde detn. en genietroepen houden zich bezig met het bijeendrijven van restanten van 's vijand strijd krachten. Op punten, waar succes is behaald, wordt dit uitgebuit door het inzetten van reserves. De vervolging. Zoodra de voorste lijn is vermeesterd, wordt de opmarsch vervolgd. Zijn 's vijands hoofdstrijdkrachten er in geslaagd, terug te gaan en zich te hergroepeeren, dan bereidt de div.cdt. onmiddellijk een nieuwen aanval voor. Hij geeft opdracht voor voorwaartsche stellingverandering van zijn art. en aanwijzingen voor het treffen van alle voorbereidingen voor het voortzetten van den aanval. Op het oogenblik, dat de vijand begint terug te trekken, neemt de div.cdt. onmiddellijk maatregelen voor het inzetten van de vervolging. (C. G. S. S. Sept. 1940 uit Krasnaya Swjesda van 11-5-39). Landingen. C.G.S.S. Sept. '40 vertaalde uit Krasny Flot, 14-8-'39, beschouwingen over de vele landingen, door de Japanners tijdens hun opmarsch langs de Jangtse naar Hankou verricht. Begin Juni 1938 concentreerden de J. nabij Datun (schets 1) 100 vaar tuigen, w.o. 30 oorlogsschepen met middelbaar geschut. De sterkte van de landstrijdkrachten op den n. oever werd opgevoerd tot 80.000 man. De J. vloot beschoot de Ch. veldversterkingen rondom Datun 8 dagen lang, Den negenden dag werd het scheepsbombardement versterkt met een lucht bombardement van 20 middelbare bws. De marineschepen lagen nauwelijks meer dan 1 mijl van den oever. Daarachter lagen de transportschepen. Toen deze naar voren gingen, dekte de vloot de beweging met vuurconcentraties.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 85