188 Vervolgens boden de Ch. weerstand te Matan (schets 2). Hier lagen 5 „forten" temidden van veldversterkingen. Op 24 Juni landde een ver sterkt J. inf.reg. te Sinkow onder dekking van machtig art.vuur van de J. vloot. De Ch. art. verhinderde eiken aanval van dit reg., terwijl landings pogingen op den z. oever van de Jangtse en den n. oever van het Tienpo- meer geheel werden afgewezen. Daarop nam de J. vloot Matan onder vuur met gasmunitie. Hierop waren de Ch. niet voorbereid. Daar ook hun vooraad art.projectielen uitgeput raakte, trokken zij terug. 26 Juni bezetten de J. Matan. De volgende, tevens laatste, Ch. stelling lag bij Tsiangtsin (schets 3). De Ch. beschikten hier over 3 divn., in uitrusting en bevoorrading verre de minderen van de J. Op 21 Juli zetten de J. de operaties in met lucht- verkenningen en een intensief luchtbombardement. Gebruik makend van hun overmacht in de lucht, verplaatsten de J. hun vloot, onbemerkt door de Ch., naar het Datsuizan-meer, waar zij op 23 Juli een versterkte brig, aan land zetten. De Ch. waren aanvankelijk volkomen verrast. Hun later ingezette heftige tegenaanvallen werden door de J. met steun van hun vlgn. afgewezen. In den nacht van 24 Juli deden zij op den Jangtse-oever bovendien een brig, mariniers aan wal gaan. Met omsingeling bedreigd, moesten de Ch. ook hier bukken voor de veel betere J. bewapening en uitrusting, in het bijzonder de gemechn. en de vliegtuigen. Uit deze en talrijke andere J. landingsoperaties aan den Jangtse valt het volgende te concludeeren. De aan de vloot toegewezen taken zijn afgestemd op de opdrachten van de landstrijdkrachten. De Vlootactie wordt voorafgegaan door grondige verkenningen door vlgn., torpedojagers of bewapende lichters. Op grond van de dus bereikte resultaten worden een gedetailleerd operatieplan op gesteld, een tijdschema uitgewerkt voor het in- en uitladen van de troepen, vuurtabellen samengesteld en opdrachten gegeven aan de verschillende vaartuigen, landingsgroepen en detn. De opmarsch van de vloot wordt beveiligd door het ruimen van de rivier, en voltooid onder dekking van de duisternis of van machtige luchtstrijdkrachten. De landing geschiedt in 2 of 3 echelons. Het eerste heeft tot taak, een basis op de kust te vermeesteren. Het bestaat grootendeels uit marine- landingsdetn., zijn eerste golf uit secties, welke daartoe speciaal uit de ondeideelen van dit echelon zijn gekozen. De verbinding tusschen schip en wal wordt onderhouden met lichtsignalen, radio of telefoon. Aan de landing kan een korte beschieting of een langdurig voorbereidend art.vuur voorafgegaan. De transportschepen naderen den wal zoo dicht mogelijk en brengen de troepen over in motorbooten, barkassen of gepant serde lichters. Zoodra deze kleine vaartuigen op 300 a 400 m van den wal zijn gekomen, wordt het art.vuur verlegd naar de achterwaarts gelegen versterkingen van den verdediger terwijl van de lichters en mijnenvegers mitr.vuur wordt afgegeven op de voorgenomen landingspunten. Het eerste echelon wordt ruim voorzien van art., loopgraafmrtn. en che mische wapens. Van groot belang is de rol der luchtstrijdkrachten zij hebben tot taak, de landing te dekken en te voorzien in den opvoer van voorraden voor de gelande troepen, wanneer die het contact met het eskader verliezen. Luchtstrijdkrachten. A.Q. Oct. 1940 brengt een in de Russische vakliteratuur verschenen samenvatting van meeningen over The air arm in the Chino-Japanese war. Bij het uitbreken van het conflict beschikten de J. in de lucht over een geweldige overmacht. Niettemin zij zijn er niet in geslaagd, Douhet's theorie waar te maken. Daarentegen is in China zelfs duidelijk gebleken, dat luchtstrijdkrachten, die in aantal verre in de minderheid zijn, doch over modem materieel beschikken, eenige troefkaarten in handen hebben, die waarlijk niet zijn te versmaden en door handig spel van tijd tot tijd ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 87