Het spreekt vanzelf, dat men bij motorisatie van de bergartillerie andere eischen moet stellen dan bij de houwitsers. Er zullen zeker terreinen zijn aan te wijzen, waar gemotoriseerde berg artillerie zal vastloopen, maar dat is ten slotte met bergartillerie- paardentractie ook mogelijk. Bovendien heeft gemotoriseerde bergartillerie dan nog het voordeel, dat zij door haar grootere snelheid vaak in staat zal zijn, deze terreinen door omrijden te mijden. Door de groote rol, welke het vliegtuig in den huidigen strijd speelt, is de kwetsbaarheid van onze bergartillerie, vooral op marsch, aanzienlijk toegenomen. En al zullen eenige verliezen aan paarden haar niet onmiddellijk onverplaatsbaar maken, ze zal dan toch veel van haar mobiliteit verliezen. Hierbij komt nog dat de aanvulling van Australische paarden altijd moeilijk blijft en het aanhouden van een groote reserve aan paarden in vredestijd toch ook vele bezwaren met zich brengt. Men zal, zij het wellicht aarzelend, moeten toegeven, dat onze bergartillerie in een eventueelen oorlog al spoedig veel aan be weeglijkheid zal inboeten. Afgezien van het vorenstaande kleeft er ook in tactisch opzicht nog wel een bezwaar aan de paardentractie. Over het algemeen is de bergartillerie te langzaam om de infanterie steeds te kunnen blijven steunenb.v. bij den naderingsmarsch doet dit euvel zich wel heel sterk gevoelen. Daarom ziet men bij oefeningen maar al te dikwijls houwitsers vanwege hare tractie indeelen voor directen steun der infanterie, hoewel deze artillerie in onze verhoudingen daarvoor zeker niet in de eerste plaats be stemd is. Daar bovendien voor troepenverplaatsingen meer en meer ge bruik wordt gemaakt van autovervoer, neemt de behoefte aan gemotoriseerde lichte artillerie in toenemende mate toe. Velen zullen oordeelen, dat bij motorisatie dezer artillerie geen behoefte meer bestaat aan in draaglasten verdeelbare kanonnen, dat zelfs de benaming bergartillerie wel kan vervallen. Toege geven we moeten echter niet vergeten dat we nu slechts met het heden rekening kunnen houden. Thans, nu geschut zoo schaars verkrijgbaar is, moeten we blij zijn, dat we de beschikking over moderne bergkanonnen hebben. Het gaat er nu alleen om, of we door v.w.b. de tractie (zij het voorshands gedeeltelijk) over stag te gaan, het rendement der bergartillerie kunnen opvoeren. Na ernstige overweging ben ik tot de overtuiging gekomen, dat motorisatie in vele opzichten een vooruitgang zal beteekenen. Hierna zal ik in het kort uiteenzetten, hoe ik de organisatie van een gemotoriseerde afdeeling bergartillerie mogelijk en wen- schelijk acht. 228

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 25