C. De wijze van waarnemen. D. Het inschieten en het uitwerkingsvuur. E. De werkwijze in de batterij. F. Het te gebruiken vliegtuigtype en de werkwijze in het vliegtuig. G. In welke gevallen schieten met luchtwaarneming zal kunnen worden toegepast. Bij de behandeling van deze onderdeelen zullen de in het begin van de inleiding genoemde factoren telkenmale tot uiting komen. A. Het bepalen van de plaats van het doel. Bij het kiezen van de methode van plaatsbepaling moeten wij er aan denken, dat het vliegtuig buiten de werkingssfeer dient te blijven van 's vijands luchtdoelgeschut, in ieder geval buiten die van zijn lichte automatische afweerwapens, dit afhankelijk van de te bevuren doelen. Alle methoden, die niet aan deze voorwaarde voldoen, laten wij buiten beschouwing. De hieronder uiteengezette methode van plaatsbepaling is er op gebaseerd, dat het vaarwater (de zee) aan den waarnemer geen aanknoopingspunten biedt. (De aandacht wordt er op geves tigd, dat een eventueel in het vaarwater aanwezige betonning op grooten afstand niet is te zien.) De methode werkt als volgt. Het vliegtuig vliegt in een bepaalden constanten koers en met een constante snelheid over het directiepunt van de batterij. Grondkoers, grondsnelheid en hoogte worden naar beneden ge seind. Op het moment, dat loodrecht boven het directiepunt wordt gevlogen, stelt de waarnemer een tertshorloge in werking. Zoo spoedig mogelijk daarop verricht hij een meting op het doel (meetmoment), waarbij hij het tertshorloge stil zet. Dit meetmo ment maakt hij aan den vuurleider op den grond op eenigerlei wijze kenbaar, bijv. door daarop een van het overvliegen van het directiepunt af ononderbroken radiografisch uitgezonden streep- sein af te breken. Vervolgens seint hij naar beneden: a. den tusschen het passeeren van het directiepunt en het meetmoment verloopen tijd, b. den horizontalen hoek tusschen de vliegrichting en de op het meetmoment waargenomen richting naar het doel, c. den op het meetmoment waargenomen verticalen hoek naar het doel. Uit deze gegevens is de plaats van het doel te vinden. In figuur 22 geeft de lijn directiepuntA den grondkoers van het vliegtuig weer. B is de horizontale projectie van de plaats, waar het vliegtuig zich bevindt op het tijdstip van de meting op het doel. De afstand directiepuntB de in het vliegtuig met het tertshorloge gemeten tijd, welke is verloopen tusschen het 247

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 44