Figuur 22,
passeeren van het directiepunt en het meetmoment, vermenigvul
digd met de reeds gemeten grondsnelheid.
Door uit het punt B den horizontalen hoek uit te zetten tusschen
den grondkoers en de richting, waarin het doel wordt gezien, is
de richting van de lijn Bdoel volkomen bekend. Uit de hoogte
van het vliegtuig en den verticalen hoek vliegtuigdoel is de
lengte van de lijn Bdoel te vinden (H tg azie figuur 23)
Hiermede is de plaats van het doel op het meetmoment bekend.
Figuur 23.
kZZgd
De vlieger behoort den koers zoodanig in te zetten, dat de
afstand van de plaats, waarop het toestel zich op het meetmoment
bevindt, tot het doel niet te klein wordt. De waarnemer moet voor
het verrichten van de beschreven handelingen kunnen beschikken
248
c/oe/
hor. M U/
p/aakj van kek vkka. kn kek
ho.
horkzovka/e v/ak opktk
kijdskip van meken