colonne te 7.00 af. Zij bestond uit de cie. Mar., 1-, 3-Inf.VI, een sie.-Inf.IX, 2 stukken van 3.7 cm van H.M. Serdang, trein en ambulance. De G.M.C. vergezelde de expeditie. Te 10.00 werd Toewara bereikt en 's vijands stelling bij Kautoe van een bergrug nogmaals verkend. Om 12.00 gingen de bevelen uitde cie. Mar. omtrekt 's vijands linkervleugel ter vermeestering van een het terrein beheerschende rots in front vallen aan 1-Inf. VI (min een groep) en een sie.- 3-Inf.VIreserve 2 secties, artille riedekking 1 sectie dezer compagnie. Dekking trein de sectie Inf. IX en een groep van 1-Inf.VI. De voet van de rots werd te 17.00 bereikt, de eerste daarop gelegen stelling nog tijdens 'het intreden van de duisternis geno men. Ook de troepen in front waren slechts langzaam gevorderd. Beide groepen brachten den nacht in gevechtsstelling door. Den volgenden morgen bleek Kautoe te zijn ontruimd. Dien dag, 29 Maart, werd te Toewara gerust. Voor de vermeestering van Ranga moest de Mala Aio worden overgestoken. Daar deze rivier inmiddels was gaan bandjirren, moest - behoudens v.w.b. de compagnie Marechausse worden afgeweken van het oorspronkelijke plan, over Tondon op te ruk ken. Het gros kreeg opdracht, over Enrekang te marcheeren. Beide bewegingen konden ongestoord worden uitgevoerd de vijand had Ranga in den nacht heimelijk verlaten. BONTO BATOE, 25 April en 17 Mei 1906. Na deze krijgsbedrijven bleven 2-, 3-Inf.VI te Enrekang. Onder deden daarvan doorkruisten geregeld het gebied. Den 20sten April 1906 bevonden zich in het terrein ten w. van de Sadangrivier 3 secties van de 3de compagnie onder luit. Beckenhoff en ten o. van de rivier 2 secties van de 2de compagnie onder luit. Schreven. Den volgenden dag bemerkte luit. Becken hoff, dat de Bonto Batoe, een 150 m boven de omgeving uitrijzende steile rots, bezet en reeds ten deele versterkt was. Deze rots bestaat a.h.w. uit vier terrassen. Daarvan was het bovenste nog slechts bezet, het tweede voorzien van een lage, het derde van een hooge borstwering, terwijl op het onderste de hoofdverster king, een n.-z. loopende rij bentengs, was aangelegd. Beckenhoff stelde voorts vast, dat de rots alleen van de z.w.-zijde beklimbaar was, mits ladders en touwen beschikbaar waren, en de z. en o. fronten slechts met hulp van artillerie zouden zijn te vermeesteren. Niettemin besloot hij, den volgenden dag ten aanval te gaan en zond daarvan bericht naar Enrekang, waarbij hij tevens om ver sterkingen, tandoes en verbandmaterieel verzocht. Na het uitrukken op den 22sten bleek, dat thans ook de hoofd versterking was bezet. Beckenhoff bepaalde zich nu tot een geweldige verkenning van het z. front. Hij liep echter al spoedig vast. Inmiddels kwam kap. de Bruijn aan met 3 brigades verster- 207

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 4