Voldeed een opstelling achter het kanaal dus zeer goed aan de
theoretische strategische eischen, daarbij kwam nog dat de vloot
hier kon medewerken aan de verdediging, hetgeen daarom zoo
belangrijk was, omdat men slechts over een luttel aantal batterijen
beschikte. Tegenover de opgesomde voordeelen stond het groote
nadeel, dat het kanaal a.h.w. in voorste lijn zou liggen. Elke door
gezette aanval daarop zou het verkeer dus gedurende langeren of
korter en tijd stil leggenook kleinere ondernemingen konden
in dit opzicht tot groote gevolgen leiden (leggen van enkele mijnen
bijv.).
Het zal duidelijk zijn, dat de keuze voor de Britten toch niet
moeilijk was verdediging aan het kanaal zelf.
Thans de Turken. Toen zij, of beter hun Duitsche leiders, hun
aanvalsplan op het Suezkanaal ontwierpen, lagen de kaarten van
de tegenpartij reeds grootendeels open. Want wel had de com
mandant van het Turksche 4de Leger te Damascus, gnl. Zekki
Bey, reeds op 2 Augustus 1914 opdracht gekregen, plannen voor
den aanval op het Suezkanaal te ontwerpen, doch veel is daar
niet van terecht gekomen noch hij, noch zijn chef staf bleken er
toe in staat. Of dit geheel aan onvermogen dan wel mede
aan onwil moet worden toegeschreven, blijve een open vraag. Een
feit is echter, dat de meeste Turksche officieren met verantwoor
delijke posities x) en hun Duitsche helpers ernstige bedenkingen
255
Het mag hier echter niet onvermeld blijven, dat zich in Engeland al
spoedig een gezaghebbende stem liet hooren, die het anders wilde. Die
stem was van niemand anders dan van Churchill. Den 5den November 1914
gaf hij in den ministerraad te kennen, dat Egypte beter zou worden ver
dedigd door Turkije aan te vallen, door ergens op de kust van Aziatisch
Turkije te landen. Had hij daarbij aanvankelijk nog gedacht aan de omge
ving van Alexandrette, dien dag reeds noemde hij Gallipoli. Hier teekende
zich weder Engeland's huidigen Prime Minister's offensieve geest. Zijn groote
stuwkracht blijkt eruit, dat hij die actie heeft weten door de zetten. Dat
zij tenslotte is geëindigd in een mislukking, dat en het hoe en waarom mogen
hier buiten beschouwing blijvenhet valt buiten het kader van deze studie.
Maar wel mag, vooruitloopend op de verdere gebeurtenissen, hier reeds
worden gewezen, op wat de feiten hebben aangetoond dat met verdediging
aan het kanaal op den duur niet kon worden volstaan, dat de lijn steeds
verder naar voren moest worden gelegd, waardoor de verdediging van
Egypte onder de bezielende en schitterende leiding van Gnl. Allenby ten
slotte is uitgegroeid tot de vermaarde Palestine Campaign, den aanval, die
het Turksche Rijk deed ineenstorten en daarmede zoozeer heeft bijgedragen
aan de overwinning van de Geallieerden. Al te licht toch ziet men over
het hoofd, dat zij niet mag worden toegeschreven aan Foch's schitterende
strategie op het westfront alleen, doch evenzeer aan de vernietigende slagen
in Macedonië, Palestina en Mesopotamië, operatie-tooneelen, die maar al
te vaak zijn gekwalificeerd als „tweede rangs".
1) O.a. gnl. Kekki Pasha, die den nog te noemen „kleinen Djemal" op
volgde als commandant van het VlIIste L.K., dat den eigenlijken aanval
zou uitvoeren. Hij wees op de geringe kans van slagen wegens de gevaren,
waaraan de troepen zouden zijn blootgesteld gebrek aan behoorlijke ver-