rieel voor brugslag was gereed gelegd tegenover de posten bij
Koubri, Werf VI en Kantara, die waren uitgebouwd tot brugge-
hoofden, welke bestonden uit veldwerken, waarin ook geschut
was opgesteld. Deze brugslag was wel geheel voorbereid, doch
niet uitgevoerd ten einde de scheepvaart niet te hinderen.
Tusschen de posten waren op den Afrikaanschen oever loop
graven aangelegd terwijl het zoetwaterkanaal op 8 plaatsen was
overbrugd.
Tenslotte had men op den o. oever verschillende inundaties
gesteld, nml. over korte afstanden bij km 57 en km 50 (tusschen
Ballah en Kantara), over een lengte van 5 km bij Ballah (ongeveer
van km 45 tot km 40) en van km 34 tot Port Said x). Deze stad
was daardoor slechts te bereiken over het 30 a 40 m breede en
door den aldaar geplaatsten post zwaar verdedigde acces.
Aanvankelijk liet men het voorterrein verkennen door kameel-
ruiters en cavalerie, die zich op den Aziatischen oever ophielden.
Men zag hier verder van af nadat een patrouille van het Bikanir
Camel Corps, die in de richting van Katia verkende, op 20 Novem
ber door 200 Turken en Bedoeïnen overvallen en vrijwel geheel
was afgemaakt. Gelukkig behoefde men het niet lang zonder ver
kennende, dus beveiligende „oogen" te stellenden 28sten
November kwam een detachement van het toenmalige Royal
Flying Corps met 6 vliegtuigen te Ismailia aan, terwijl de Fran-
sche kruiser FoucLre twee dagen later te Port Said 5 watervlieg
tuigen ontscheepte op 3 Januari 1915 werd dit aantal met 3 ver
meerderd. Hoewel het vermogen van deze toestellen naar huidige
maatstaven belachelijk klein was 2), hebben zij, zooals wij zullen
zien, onschatbare diensten bewezen, niet alleen door hun systema
tische verkenningen, doch tevens doordat zij de tegenpartij dwon
gen tot groote voorzichtigheid bij haar opmarsch. Hierbij zie men
anderzijds niet over het hoofd, dat zij hun taak vrijwel onbelem
merd konden uitvoeren de tegenpartij beschikte niet over vlieg
tuigen en van luchtafweer was nog geen sprake. Wellicht daar
door overmoedig geworden, waagden de vliegers echter wel eens
al te veelhet incasseeringsvermogen voor geweerschoten, door
de Bedoeïnen en Turksche scherpschutters afgegeven op de zeer
laag vliegende toestellen, was in die dagen nog niet bijster groot.
En daar ook de betrouwbaarheid van de toen nog zeer zwakke
motoren veel te wenschen overliet, is het meermalen gelukkig
niet op de kritiekste momenten voorgekomen, dat er langs het
b In dit verband zij nog opgemerkt, dat de Bittermeren 35 km lang
zijn en het Timsah Meer 11 km. Het op schets 2 bij Ballah geteekende
meer verdient eigenlijk niet dien naam het is een terreininzinking, die
afhankelijk van eb en vloed en het jaargetijde al dan niet volloopt. Dat
is de hier beschreven inundatie van 5 km lengte.
2) Vooral v.w.b. de Britsche Farmans. „Verre" vluchten konden zij slechts
uitvoeren van „vooruitgeschoven bases". Troepen moesten dan over het
kanaal vooruit om de landingsterreinen te bezetten en benzine mede te nemen.
260