5 4" 34 44 km), zoodat hier evenals in het z. vak slechts over een breedte van 20 km geschikt aanvalsterrein bestond. Niette min, ook waar het voorterrein is geïnundeerd is ten minste be waking noodig. Vandaar een grootere sterkte dan in het z. vak, een meer lineaire opstelling (geen reserve)doch te Kantara even als in het middelste (Ismailia) en het z. vak (Suez) de grootste troepensterkte tegenover het punt, waar een van de wegen door de woestijn op uit loopt. Bestudeert men de verdeeling van de troepen meer in bijzonder heden, dan lijkt het op eerste gezicht, of zij met groote willekeur zijn dooreengesmeten en er naar is gestreefd, de organieke verban den zooveel mogelijk te verbreken. Het resultaat was toch v.w.b. de infanterie als volgt le Britsch-IncLische divisie gnl.mj. Wilson) 28e Brigade 3 batn. m. sector 1 bat. n. sector 29e Brigade 4 batn. n. sector 30e Brigade 4 batn. z. sector 11e Britsch-Indische divisie gnl.mj. Wallace) 22e Brigade 4 batn. m. sector 31e Brigade 4 batn. algemeene reserve 32e Brigade 3 batn. algemeene reserve, 1 bat. hulpbasis. Men moet dan echter in het oog houden, dat gnl.mj. Wilson tevens het bevel voerde over de geheele verdediging, waardoor er slechts één staf overbleef. En nu kan er alleen nog verschil van meening over bestaan, of die staf boven dat middenvak, dan wel boven de algemeene reserve had- moeten worden gesteld en of dus de troepen in het middenvak, dan wel die van de algemeene reserve tot één divisie hadden moeten behooren. Wij voor ons geven althans in het onderwerpelijk geval de voorkeur aan laatst bedoelde, d.i. de gekozen oplossing. Wat de verdeeling van de overige troepen betreft, zal men bij nadere beschouwing slechts tot de slotsom kunnen komen, dat zij moeilijk anders had gekund. (Wordt vervolgd). 263

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 60