bracht niet het succes, dat men verwachtte a). Een proef met Duitsche, met Portugeesche immigranten faalde eveneens. Dan vangt de immigratie van Aziaten aan. Chineezen (1858), Britsch-Indiërs (1873), later Javanen (1890). De plantages blijven echter kwijnen, het Moederland moet bijpassenhet rijke Suri name dat de begeerige blikken van alle naties, die bij den over- zeeschen handel belang hadden, eenige honderden jaren op zich richtte en een halve eeuw vroeger het Moederland jaarlijks nog millioenen guldens winst opleverde, was armlastig geworden. In 1873 acht de Regeering het niet meer verantwoord „gelet „op de passieve en actieve middelen van defensie, bij een ernstigen „aanval niet in staat zouden zijn de kolonie te behouden" daaraan jaarlijks een paar ton gouds te blijven besteden Een strengere veroordeeling was niet mogelijk In 1907 wordt het fort „Nieuw Amsterdam" verlaten en gaan de laatste artilleristen naar de reeds zeer ingekrompen infanterie- troepen over 2). De door de Nederlandsche Handels Maatschappij in 1880 opge richte suikeronderneming Marienburg, waar in 1938 nog 4000 Javanen en Br.-Indiërs werkzaam zijn, en ook de bauxiet-ontgin- ning te Moengo, die eenigen honderden lieden een behoorlijk betaalden arbeid verzekert, vermogen slechts wat verlichting in den nood te brengende „koloniale welvaart" kunnen ze niet verzekeren. Eenige keeren is er een opleving als de groote vraag naar rubber den balata-zoekers groote winsten oplevert, of als de koffie-prijzen oploopen. Verwachtingen koestert men ook van de goudwinningtot heden zijn zij echter ijdel gebleken. Het cultuuroverzicht 1937 (de West van 23-2-1938) zegt, den algemeenen toestand van Suriname besprekend 271 Tegenover de toenemende bauxiet-verschepingen staan de nog niet ver wezenlijkte verwachtingen der grootsch opgezette bedrijven voor machinale goudwinning tegenover een kleine opleving van de suikermarkt staat een niet te ontkomen oogst-vermindering, terwijl de voordeelen v.an een op gaande rijst-cultuur teniet worden gedaan door de zorgen der neergaande koffie-cultuur. Waar de algemeene toestand blijkens 's Lands middelenstaat al heel slecht is en de zooeven gemelde „plussen" in aantal noch sterkte de „minnen" overtreffen, daar blijft voorloopig nog de toekomst voor ons land donker. 1) Vele leden dezer Hollandsche boerenfamilies leven nog onvermengd in Suriname voort, enkelen als tuinder en melkveehouder, anderen als soldaat, politieagent, klein-ambtenaar etc. Gekleed in kiel en broek en soms op klompen, kan men de boeren nog op het land hun werkzaamheden zien verrichten. 2) Na het herstel van ons Vorstenhuis waren er (in 1815) wederom Ne derlandsche troepen naar Suriname gezonden, nJ. 8 Compagnieën Infanterie van de Nederlandsche bataljons Jagers no. 10 en no, 11. Ook het fort „Nieuw Amsterdam", dat nog langen tijd zijn waarde bleef behouden, werd wederom door artillerietroepen bezet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 68