278
De beteekenis van Singapore.
Hoe groot de beteekenis ook is, welke aan Singapore terecht wordt toe
gekend, zij ontleent die beteekenis uitsluitend aan de vloot, die daar kan
worden gestationneerd.
De basis Singapore zelf beheerscht met haar locale defensiemiddelen niets
dan de als zeeweg onbruikbaar gemaakte Johore Straat en een beperkt
zeegebied voor den toegang, een eigenschap, welke Singapore gemeen heeft
met alle andere vlootbases ter wereld, behoudens de steunpunten bij Port
Said en Panama, die een zeeweg ook zonder vloot beheerschen. Het is
echter even onjuist, te zeggen dat Singapore dus momenteel geen beteekenis
heeft, want binnen een tijdsverloop van 3 weken kan een sterke westersche
vloot bij Singapore zijn en direct hieruit ageeren.
Zeeoorlogen verloopen nu eenmaal niet als „blitz-kriege", die in weinig
weken tot een beslissing voeren. Daarom straalt de beschermende macht van
Singapore reeds thans veel verder uit dan Straat Singapore of Straat Malakka.
Zij schept reeds een zekere preventie door haar mogelijkheden, omdat zij
den langen arm der Britsohe zeemacht en dien van haar bondgenooten
verlengt tot diep in den Indischen Oceaan en den Pacific.
Singapore vormt een sterk punt in het maritieme systeem dat wordt opge
bouwd om aan verdere agressie in het Verre Oosten paal en perk te stellen
en waarin ook onze schepen, vliegtuigen en bases een rol van beteekenis
moeten kunnen vervullen.
De basisoutillage.
Bij onze voorafgaande beschouwingen roerden we eenige principieele pun
ten aan, welke het basisprobleem beheerschen, zoowel van haar outillage als
van haar defensie.
Van de uitvoering dezer beginselen ten aanzien van de defensie zijn
uiteraard onze gegevens schaarsch meer is echter kortelings voor publicatie
vrijgegeven ten aanzien van de basisoutillage.
Wij wezen reeds op de in wezen tegenstrijdige eischen, welke aan een
reparatie- en aan een operatiebasis gesteld worden en hoe hun vereeniging
op één plaats altijd een soort monsterverbond zal zijn. Wanneer dit verbond
in Singapore niettemin goed geslaagd mag heeten, komt dit niet in de laatste
plaats doordat men in de basisoutillage principieel toch de eigenlijke „base",
het operatieve deel, scheidde van de Royal Dockyard, het reparatieve deel
der basisoutillage.
Men kan de verschillen tusschen deze beide basisfuncties vergelijken met
die tusschen een „service station" en een „reparatie atelier" voor auto
mobielen. Voor benzineladen, bijvullen van het oliecarter, banden oppompen
en normaal onderhoud kan men best terecht bij een „service station", doch
wanneer motor of chassis defect zijn en voor een groote revisie, klopt men
aan bij den autoreparateur.
Het operatieve deel der basis Singapore bestaat uit een ruime parkeer
plaats (de reede), een garagebedrijf (de marine-haven) en uit een „service
station" (het arsenaalsbedrijf van de basis) en velerlei inrichtingen en ter
reinen voor de verzorging van het marinepersoneel. Het reparatieve deel
bestaat uit de Royal Dockyard, een veelzijdig en goeddeels met civiel per
soneel gedreven technisch bedrijf, dat bijna een eigen leven leidt.
De bevelsverhoudingen.
Beide deelen moeten echter worden gecoördineerd en gericht op hun eenige
doel, het operatief gebruik van de vloot. Daarom staat de geheele basis
outillage onder één actief zeeofficier, die de dubbele functie heeft van Rear
Admiral Malay-States en Superintendant van H. M. Dockyard.
In de eerste functie staat hij direct onder den Commander-in-Chief, China
Station, die zoowel alle zee- en marine-luchtstrijdkrachten, als de overige
basis- en steunpuntcommandanten in het Verre Oosten onder zijn bevel heeft