4. DE PANTSERTROEPEN IN AMERIKA ZELFSTANDIG Het volgende ontleenen wij aan een bericht van United Press van 7 December 1940 uit Washington. 293 De revolutie in de tactiek werd onthuld in het door den I.d.I., gnl.mj. Lynch, samengestelde nieuwe, 320 blzn. tellende infanterie-voorschrift. Dit voorschrift is verstrekt aan de officieren van alle wapens en zal ten grond slag dienen aan de opleiding van het leger. Het legt den nadruk op 1. De noodzaak van samenwerking van artillerie, vliegtuigen en zware wapens met de infanterie. 2. Het loslaten van de uit den wereldoorlog stammende theorie van infan- terie-massa-aanvallen langs 's vijands geheele lijn, voor het optreden van kleinere groepen die de zwakke plekken in zijn opstelling zoeken en vernietigen. Dit beteekent volgens gnl. Lynch, dat betere aanvoering noodig is voor kleinere eenheden, die thans grootere vrijheid van optreden hebben. 3. Doeltreffend gebruik van nieuw snelvuur-antitankgeschut, halfauto- matische geweren en andere wapenen tegen tanks en vliegtuigen, die in duik- of scheervlucht aanvallen. De vroegere tactiek kende voor den infanterist slechts twee strijdwijzen hij vuurde of was in beweging. Hij vuurde om zich het voorwaarts gaan moge lijk te maken men noemde dat „het zich door vuur een weg banen". Gnl. Lynch zegt nu dat de handelingen van de infanterie zich niet langer beperken tot vuur en beweging. In het gevecht zal de infanterist zich meestentijds dekken, gereed om te vuren of zich te verplaatsen. Tenzij voldoende vuur- steun wordt gegeven, welke zijn voorwaartsche beweging veroorlooft, zal hij zijn gevechtskracht bewaren door zich te dekken of door zijn vuur te com bineeren met dat van ondersteunende wapenen om het voortschrijden moge lijk te maken van nevenafdeelingen, die er gunstiger voor staan dan hij. De het verst naar voren gelegen eenheden gaan vooruit. Er behoort niet te worden gestreefd, ze op één lijn te houden. Wat betreft het moderne optreden van de groepscdtn, merkte gnl. Lynch het volgende op. In overeenstemming met de oude opvattingen bleef de gpcdt. achter zijn groep. Hij begaf zich slechts naar voren, wanneer zij vooruit moest. Thans moet hij zich vóór zijn groep ophouden, waar hij het voorterrein en 's vijands handelingen kan waarnemen en zich gereed kan houden voor het optreden vuur of beweging dat de omstandigheden kunnen vereischen. De moderne bewapening heeft de vuurkracht van de infanterie zeer ver groot zij van haar kant heeft in toenemende mate behoefte gevoeld aan ondersteunende wapenen van zwaar kaliber, zooals zware mitrailleurs en zware mortieren. Het optreden in Europa van de lichte tanks heeft den indruk gevestigd, dat deze gemechaniseerde monsters de infanterie van het gevechtsveld kun nen vegen. Het gevaar van haar verpletterende vechtwagen-aanvallen is echter verminderd door de invoering van lichte anti-tankwapenen in de strooken van de voor-bataljons, gesteund door pag. in de zones van de regiments-reserve, en het oefenen van de infanterie in het zoeken van dek king in „fox-holes" of andere plaatsen, die een aanval van passeerende vecht- wagens niet begunstigen. Wat de luchtafweer betreft zeide gnl. Lynch, dat buitenlandsche verslagen er op wijzen, dat verspreide groepjes infanterie met geweerschutters en met automatische geweren bewapende groepen een doodelijker vuur op laag vliegende vliegtuigen kunnen concentreeren dan luchtdoelgeschut, welks opstellingen vóór den aanval door den vijand kunnen zijn vastgesteld. Eenige legerautoriteiten zijn tot de slotsom gekomen, dat aan de pantser troepen wellicht een overeenkomstige organisatorische status zal moeten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 90