9. SURINAME (II) door J. W. S. DE EERSTE AANRAKING MET SURINAME. „De geschiedenis van Suriname is er een van kolonisatie onder de moeilijkste omstandigheden, van handelsondernemingen en van mislukkingen tengevolge van grove flaters en onwetendheid, van twisten, oorlogen, zeeroovers, boschnegers en allerhande proeven en pogingen om werkkrachten te krijgen." Zoo begint de Engelsche schrijver James Rodway zijn boek over Suriname. Niet lang nadat Columbus in 1492 Amerika had ontdekt, ver schenen Spaansche schepen op de „Wildekust" van Amerika (de Guyana's). Het was vermoedelijk in 1499 dat de Spanjaarden onder kapitein Amerigo Vespucci hier voor het eerst voet aan wal zetten. Het duurde echter tot 1593 dat Filips II het land door Domingo de Vera plechtig in bezit liet nemen. Niet vreemd daaraan was het reeds spoedig na hun komst opge doken gerucht, dat ,,E1 Dorado" met zijn onmetelijken rijkdom aan goud en edelgesteenten ergens in het z. van de Guyana's zou zijn gelegen, in het „Meer van Parima". Dit beloofde meer profijt dan de ruilhandel, die de Spanjaarden en de na hen gekomen Hollan ders en Portugeezen dreven met de oorspronkelijke inwoners, de Indianen. Hoe zeer men aan de juistheid van het gerucht geloofde blijkt wel uit het reisverhaal van Raleigh, die de kusten in 1595 bezocht. Hij schreef daarin dathij, die Guyana verovert, zal meer goud bezitten en over meer volkeren heerschen dan de koning van Spanje en de Turksche keizer". Geen wonder dus, dat tal van gelukzoekers naar het gewest kwamen om er hun geluk te beproeven. Daarnaast kwamen er geleidelijk ook meer lieden met ernstiger bedoelingenkolonisten begonnen zich te vestigen, o.a. na de verovering van Portugal door Spanje (1580) uit de Portugeesche bezitting Brazilië door de Spanjaarden verdreven Joden. Bij dit alles lieten de Nederlanders zich niet onbetuigd. Bekend zijn de reizen van Cabeliau (1597) en David Pietersz de Vries (1634)In 1613 is er sprake van een Hollandsche Factorij te Para maribo en van eenige Hollandsche tabaksplantages aan de Coron- tijnrivier (W. grensrivier). Spoedig vestigden ook Franschen en Engelschen zich in Suri name. In 1652 werd 'het een Engelsche volksplanting onder Wil- 264

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 61