Hoe pessimistisch deze schrijver gestemd was gedurende zijn
bezoek aan West-Indië, moge blijken uit een zin, waarmede hij
zijn beschrijving van Curagao aanvangt
Deze schrijver meende, dat slechts een goede watervoorziening
deze eilanden tot bloei zou kunnen brengen
Wanneer men bedenkt, dat Curagao thans een buitengewoon
welvarend en rijk eiland is, dan krijgt dit sombere citaat wel een
bijzondere historische beteekenis. Tot dien bloei is het echter niet
geraakt door een betere watervoorzieningmaar door een
geheel andere vloeistof, n.l. olie.
Intusschen willen we nog even terugkomen op de droogte, die
inderdaad voor Curagao wel kenmerkend mag worden genoemd,
hoewel men de verhalen van „jarenlange droogte" waarschijnlijk
met een korreltje zout moet opvatten. Gedurende de jaren, dat
schrijver dezes op Curagao was, heeft hij meermalen regens mee
gemaakt, die zeker niet onderdeden voor de bekende tropische
„piasbuien". Men beweerde echter dat dit toevallig was.
De verhalen over de ellende, die het uitblijven van de regens
veroorzaakte, leven bij de bewoners nog steeds voort, zoodat een
flinke regenbui door de grootendeels Roomsch Katholieke bevol
king in wezen wordt beschouwd als een gave des Hemels
c.q. de verhooring van een gebed. Dit gevoel van dankbaarheid
wordt nog versterkt door het zichtbare effect van den neerslag,
394
en met een kalme bries verlieten wij dit eiland der
ellende om naar een ander eveneens noodlijdend eiland te stevenen,
naar Curagao."
„Alvorens iets naders over Willemstad te schrijven, is het beter
eenige beschouwingen te wijden aan de kwaal, die Curagao op zulke
vreeselijke wijze teistertde droogte en de daaruit voortvloeiende
ellende der bevolking. De droogte doet de velden verdorren, de
oogsten verschroeien en geeft het geheele landschap het uiterlijk van
een woestenij, maakt er een schaduwrijk plekje zeldzaam en planten
groei gedurende de lange tijden van droogte nagenoeg een onbereik
baar iets.
De sterke passaatwind, die er soms maandenlang aanhoudt, ver
drijft de wolken, die nu en dan opstijgen aan den helder blauwen
hemel alles snakt er dan naar regen, doch geen druppel water komt
er de dorre aarde lesschen. Uit het Oosten aankomende, naderen de
met water bevrachte wolken het uitgedroogde eiland, doch worden
door de heete lucht van den bodem weer naar boven gedreven, om
zich verder op de Caraïbische Zee te gaan ontlasten. Terwijl men
op Curagao sedert lange maanden reikhalzend uitzag naar een flinke
regenbui, hadden we op onzen tocht over „de Middellandsche Zee
van Amerika", veel last van zware stortbuien. Even goed als op
Bonaire stierven er in die dagen dieren van gebrek aan voedsel en
drinkwater, even goed als daar, leden op Curagao de menschen zwaar
door de droogte, die hun aanplant vernielde, hun tuintjes deed ver
dorren, en waaraan alleen wat divi-divi en cactussen weerstand boden.
Zoowel Bonaire als Curagao kunnen, wat den landbouw betreft, slechts
gered worden wanneer men er in slaagt hun meer water te ver
schaffen."