de bevolking, voor zoover het eiland dit zelf kan leveren. Nu mag men hieruit zeker niet de conclusie trekken, dat de bevolking door voedselgebrek (hetzij quantitatief, hetzij qualitatief) ten gronde zou gaan. Immers, er is voldoende aanvoer van visch en groenten uit Venezuela. Het aantal inwoners van Curagao neemt dan ook gestadig toe en van kommer en ellende is zeker geen sprake. Wel moet worden gezegd, dat door de bodemgesteldheid de landbouw niet een goede bron van inkomsten voor den arbeider vormt. Werk zou hij echter voldoende kunnen krijgen, zooals later zal blijken. Ten aanzien van het klimaat merken we op, dat gedurende enkele maanden op Curagao een drukkende hitte kan heerschen, doch gewoonlijk maakt de sterke passaatwind, dat de temperatuur als aangenaam koel kan worden gequalificeerd. In tegenstelling met Suriname is Curagao zeer gezond. De „Openbare Gezondheidsdienst" heeft eigenlijk in de eerste plaats bemoeienis met de quarantaine-maatregelen, die verband houden met het drukke scheepvaartverkeer. Bestrijding van echte ende mische ziekten zooals malaria, pest, beri2 enz. zijn niet noodig omdat deze practisch niet voorkomen. Hoogstens zou, als aequi- valent van de beri-beri, kunnen worden genoemd de pellagra. Deze merkwaardige ziekte kan, gelijk de beri-beri, worden be schouwd als een z.g. a-vitaminose. Zooals er verband moet worden gezocht tusschen de beri-beri en eenzijdige ondoelmatige rijst- voeding, zoo is waarschijnlijk de maïs debet aan het ontstaan van de pellagra. Zij grijpt zoowel de huid als het maagdarmstelsel aan en kan de patiënten in korten tijd ten grave voeren. Ook het zenuwstelsel wordt soms aangetast. Het gevolg hiervan is een acute ernstige krankzinnigheid, die therapeutisch vrijwel niet te beïnvloeden is. Willemstad en het Curacaosche landschap. Uit de sombere klanken over de droogte zal de lezer waar schijnlijk hebben opgemaakt, dat Curagao niet kan bogen op wat men in het algemeen noemt natuurschoon. Niets is minder juist. Zeker ontbreekt het grootsche en weelderige aspect, dat Oost-Indië biedt, maar dit neemt niet weg, dat Curagao in vele opzichten schilderachtig mag worden genoemd. Een feit is echter, dat het in alle opzichten totaal verschilt van Nederlandsch Oost-Indië en dat het typisch „tropische" ontbreekt. Dit valt al direct op wan neer men door de Sint Anna-baai binnenvaart naar de ideale natuurlijke haven, het Schottegat. Aan den ingang van de baai ligt links het Riffort en rechts het Waterfort, waar de Mariniers en gedeeltelijk de Militaire Politie zijn gelegerd. Het Paleis van den Gouverneur sluit zich direct aan bij het Waterfort. Van dit alles zou men zich kunnen voorstellen, dat 396

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 102