ach tig tempo. Zij opende de mogelijkheid tot een schier onbe grensde werkverschaffing. Zij schiep de gunstigste voorwaarden voor hen, die behept zijn met de neiging, hun levensgeluk te zoeken in concrete activiteit, zonder geremd te worden door abstract idealisme. Als tegenhanger voor de intensieve arbeids prestaties, die deze maatschappij van haar employé's vraagt, wordt gezorgd voor ontspanning in eiken denkbaren vorm. „Vivre et laisser vivre" is hier het grondbeginsel. Dit geldt ook ten aanzien van particulieren, die op dé een of andere manier nuttig kunnen zijn voor het bedrijf. Het persoonlijk initiatief vindt volle waardeering, maar omgekeerd wordt met onbruikbare ele menten korte metten gemaakt. Dit alles drukt een typischen stem pel op een ieder, die bij dit enorme bedrijf werkzaam is.1) Het uiterst vlotte tempo, waarin plannen worden gemaakt en uitgevoerd, doet de opvatting ontstaan, dat bij de C.P.I.M. alles mogelijk is en dat Curacao eigenlijk geheel van de olie afhan kelijk is. Dit is op zich zelf juistalleen bestaat natuurlijk het gevaar, dat in de samenleving de macht van het grootkapitaal te sterk gaat domineeren, en de andere leidende instanties op den achter grond worden gebracht. Maar in elk geval staat het vast, dat niet alleen Curacao zelf, maar het geheele gebiedsdeel medeprofiteert van deze olieraffinaderij als bron van welvaart.2) Zoo kon 402 Onderdeel van dit bedrijf vormt een tientallen tankers tellende vloot, die de ruwe olie aanvoert uit de havens aan de oostkust van het Meer van Maracaïbo Altagracia, Cabimas, Lagunilas, San Lorenzo. De raffinaderij is een der grootste ter wereld. Haar producten worden opgeslagen in hon derdtallen tanks, waarvan meer dan honderd met een inhoud van eenige millioenen liters. Deze tanks staan in hoofdzaak op de Isla daarmede door pijpleidingen verbonden bevinden zich aan de Caracasbaai en aan de Bullen- baai „slechts" enkele tientallen tanks voor de afgifte aan schepen van resp. stookolie en gasoline. De haven van Curacao was eens, meer dan een eeuw geleden, een van de drukste van het rijk, is dat ook thans weer. Stond zij in 1930 wat betreft tonnenmaat van het scheepsverkeer nog tusschen Rotterdam (nr. 1) en Amsterdam (nr. 3), in het laatste jaar voor den oorlog had zij Rotterdam wat aantal schepen betreft reeds voorbij gestreefd. Uitermate gunstig ge leden als oliestation op de scheepvaartwegen naar en van het Panama kanaal, vormde Willemstad toen niet alleen het knooppunt voor de lijnen van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, doch tevens een aanloophaven voor vele schepen van Amerikaansche, Fransche, Duitsche, Engelsche, Italiaansche, Spaansche en Joegoslavische scheepvaartmaatschap pijen. De reeds vermelde Amerikaansche toeristenbooten deden de haven herhaaldelijk aan. Voorts is Curacao het knooppunt van de luchtlijnen van de K.L.M. (zie schets 2)Haar net is snel gegroeid. De lijn CuracaoAruba werd geopend in 1935, ArubaMaracaïbo in 1936, CuracaoLa Guayra in 1937, Maracaïbo Barranquilla en CuracaoCoro in 1938 en La GuayraTrinidadPara maribo met BolivarTrinidadBarbados in 1939. De oorlog heeft een voorloopig eind gemaakt aan de plannen van verbinding met het moeder land (men herinnert zich nog den tocht van den „Snip" van Nederland naar „de West") en van doortrekking van de lijn naar Barbados tot St. Maarten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 108