s. 408 te dragen voor de benoodigde schepen en munitie, levensmiddelen en water op het strand te doen neerleggen. Tot het bereiken van evengenoemde omgeving werden alle troepen op half rantsoen gesteld. Vroeg in den morgen van den 27sten Mei bereikte het A.H.K. het bericht, dat de Belg. opperbevelhebber om een wapenstilstand had verzocht. Daar door werd de toestand cp de o. flank van de B.E.F. uiterst critiek. De 3e Div. werd naar het n. gezonden, naar Yperen, om de li. flank van de 50e Div. te beschermen. Daarna ontving gnl. Gort een telegram van het M.v.O. dat werd ingestemd met den voorgestelden terugtochthem werd opge dragen, in de eerste plaats te zorgen voor de veiligheid van zijn troepen. De terugtocht werd in den nacht van 27 op 28 Mei voortgezet en den daaropvolgenden nacht begon het terugtrekken van de hoofdmachten naar de omgeving van Duinkerken en Nieuwpoort. De achterhoeden vielen terug op de Leie, n.w. van Rijssel. Een Fr. LK. (cdt. gnl. de la Laurencie) en deelen van It. gemot, divisies volgden de beweging. De te verdedigen rand werd op methodische wijze bezetw. van de grens het Ie LK., in contact met Fr. troepen te St.Winoxbergen, o. van de grens het He LK. In den nacht van 29 op 30 Mei droeg de Br. regeering Lord Gort op, te vertrekken zoodra de sterkte van zijn troepenmacht zou zijn gedaald tot 3 divisies. Het Ie LK. (Ie, 42e en 50 Div.) werd aangewezen als achter hoede en kreeg opdracht, de evacuatie gelijkelijk met het Fr. leger voort te zetten. De inscheping van het lie LK. duurde den geheelen nacht van 31 Mei op 1 Juni voort. Het Ie LK. nam de stelling cp 31 Mei te 18.00 over, op welk uur gnl.mj. Alexander tevens het commando over de rond Duin kerken overgebleven troepen op zich nam. Het lag in de bedoeling, het geheele Ie LK. in den nacht van 1 op 2 Juni in te schepen, doch teen dit onuitvoerbaar bleek, bleef een brigade met gnl.mj. Alexander achter tot den volgenden nacht, waarin ook zij tenslotte naar Engeland werd over gevoerd. De aanslag op Dakar. Over hetgeen van 23 tot 26 September 1940 te Dakar is voorgevallen is tot nu toe weinig bekend geworden. Kol. Crockett heeft uit dat weinige het vermoedelijk verloop opgebouwd (C.A.J. 1941 nr. I, Action at Dakar). Den llden September 1940 slaagden 3 Fr. kruisers, de George heygues, Montcalm en Gloire er in, vergezeld van eenige jagers door Straat Gibraltar te varen. Den 16den bereikten zij Dakar, waar zich reeds het slagschip Richelieu (35.000 t.) bevond. Kort na het aanbreken van den dag verschenen op 23 Sept. boven Dakar eenige vliegtuigen, die pamfletten uitwierpen, waarin gnl. de Gaulle er bij ambtenaren en bevolking op aandrong, zich bij hem aan te sluiten. Twee van deze vliegtuigen landden iets later op het voornaamste vliegveld de inzittenden, die een aanslag op den commandant in den zin hadden, werden echter zelf gevangen genomen. Omstreeks 7.30 voer een barkas de haven binnen, bemand met o.m. 2 officieren. Zij brachten den gouverneur den eisch over van gnl. de Gaulle en een Britschen admiraal, zich over te geven. De beide „parlementairen" ontsnapten ter nauwernood aan gevangenneming. Ongeveer te 9.00 namen kustwachten 2 slagschepen met verscheidene kruisers en andere oorlogsbodems waar op 5 mijl van Kaap Manuel. Het was een Br. eskader, afkomstig uit Bathurst op 175 km van Dakar het zou hebben bestaan uit 2 slagschepen, 4 kruisers, 6 jagers en 6 transport schepen waarop 7000 a 8000 man van de Gaulle, in hoofdzaak Afrikaansche soldaten, en een betrekkelijk sterk det. Br. mariniers. De Fr. kustbijn. kregen opdracht, onmiddellijk het vuur te openen, hetgeen zij prompt deden. Daarop waarschuwde de Br. admiraal, dat hij het vuur zou beantwoorden indien het niet onmiddellijk zcu worden gestaakt. De Fr. cdt. seinde terug, dat de bijn. zouden doorvuren tot de schepen zich tot op 25 mijl zouden hebben verwijderd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 114