13. UIT DE PERS. 1. ASPECTEN VAN DEN „BLIKSEMOORLOG." In de Oosthoekbode van 8 Maart troffen wij het volgende artikel aan, waarin de schrijver Richard O. Boyer - o.m. tot de slot som komt, dit de „bliksemoorlog" geen revolutie bracht in de tactiek. 412 Er is tamelijk veel onwaars in de verhalen over den „blitzkrieg" en de kracht van het Duitsche leger. Indien men eerlijk wil zijn wat in vele gevallen wel eens pijnlijke gevolgen heeft dan berust de verantwoorde lijkheid vcor het geleuter over het z.g. „leger-van-Mars", „Buck Rogers", „Uebermenschen" en soortgelijke kletspraatjes eerder bij een wereld, wel ke gaarne met een soort aangenamen griezel een paniekstemming aan haar boezem koestert, dan bij de Duitsche militaristen. Daarmee is niet gezegd, dat het Duitsche leger niet een van de beste legers ter wereld is. Ook wordt met het bovenstaande niet bedoeld, dat er geen gevaar dreigt van de nazi-ideologie en van het leger, dat er de kracht aan geeft. Toch is het wel mijn bedoeling om hierbij ondervolgende be weringen vast te leggen (welke beweringen gestaafd1 worden door verkla ringen van Duitsche officieren, Fransche soldaten en neutrale militaire waarnemers) 1. Er is in ieder van de drie groote veldslagen van den Amerikaanschen burgeroorlog meer gevochten den gedurende den geheelen Duitschen veld tocht in West-Europa, terwijl er waarschijnlijk in de drie bloedigste veld slagen van genoemden burgeroorlog meer verliezen te betreuren vielen dan tijdens de geheele Duitsche campagne in de Lage Landen en Frankrijk in het vorige jaar. 2. de verklaring voor de snelheid van den nazi-blitzkrieg moet volgens de Duitsche officieren niet gezocht worden in de onweerstaanbare bovenmen- schelijke kracht van het Duitsche leger, doch voor een zeer belangrijk deel zoo niet het grootste in de omstandigheid, dat dit leger slechts een enkele maal militairen weerstand van normalen omvang ontmoette. Een op- marsch moet wel snel zijn, wanneer hij in wezen een op den voet volgen van een terugtrekkend leger 'beduidt. 3. De „grootste militaire overwinning uit de moderne annalen" en de „bloedige totalitaire oorlog" in Frankrijk en Beligië werd gewonnen met ongeveer 50.000 gesneuvelden aan Duitsche zijde en ongeveer een gelijk aantal aan den Franschen kant. Amerikaansche militairen ataché's hechten geloof aan deze cijfers. x) x) 'Deze cijfers wijken toch belangrijk af van die, genoemd in onderstaand, in de meeste dagbladen verschenen entrefilet Volgens uit Vichy afkomstige berichten, heeft de Franschman Jean Labus- quière in een boek, getiteld „De waarheid over de strijders", aan de hand van uit de beste bron afkomstige documenten vastgesteld, dat de niet-offi- cieele verliezen van het Fransche leger tijdens de 45-daagsehe campagne hebben bedragen 100.000 dooden, waarvan de graven van slechts 80.000 zijn teruggevonden 120.000 gewonden en anderhalf millioen krijgsgevangenen. Dit is de eerste maal, dat een dergelijke opgave in Frankrijk werd gepubliceerd. De auteur teekent bij deze cijfers aan, dat de veldslag, welke deze ver liezen heeft teweeg gebracht, moorddadiger is geweest dan de eerste drie maanden van den oorlog in 1914. Voorts wijst hij er op, dat het hier uit sluitend om verliezen van het leger gaat. Een schatting van het aantal dooden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 118