420 een eersten termijn ten behoeve van een in het voornemen liggende verdere mechaniseering en motoriseering van het leger, welk bedrag in het bijzonder bestemd is voor het maken van een begin met den bouw van kampementen voor vechtwagen-bataljons en den aanmaak van gepant serde auto's teneinde de algeheele tenuitvoerlegging van den maatregel zoo min mogelijk te vertragen (rond 1.000.000) de aanschaffing van lichte automatische wapenen voor de stadswachten ter verzekering van een doelmatige bestrijding van parachute-troepen en lucht-infanterie (rond 1.860.000). Voorts zijn in de opgebrachte bedragen aanvullende credieten begrepen van rond 10.679.000. en 169.000 ten behoeve van achtereenvolgens de verdere versterking van de luchtstrijdkrachten en de opleiding en vorming hier te lande van officieren. Het voornemen tot het indienen van een aanvullende begrooting voor 1941 ten behoeve van deze doeleinden, werd reeds aangekondigd in de leden 7, 14 en 18 van de Memorie van Toelichting behoorende bij de ontwerp- hoofdbegrooting voor genoemd jaar. (Zie l.M.T. 1940 nr. 11, blz. 1074.) Het aanvullende crediet ad 10.679.000 vertegenwoordigt het bedrag, hetwelk zal noodig zijn ter financiering van dat deel der voorgenomen uitbreiding van de personeelsformatie en de grondorganisatie van de militaire luchtvaart, hetwelk, naar verwacht wordt, nog in 1941 tot stand zal kunnen komen. Behalve de kosten van de grootere personeelssterkte zijn in genoemd bedrag o.m. begrepen de kosten van de te verwachten stijging in het ver bruik van benzine, olie, gereedschappen en materialen, een eerste termijn voor den aanleg en de inrichting van nieuwe vliegvelden en een met de voorgenomen uitbreiding correspondeerende verhooging van den oorlogs- voorraad benzine en olie. In het aanvullende crediet ad 169.000 is 138.000 begrepen ten behoeve van de te Bandoeng geopende Koninklijk Militaire Academie en 31.000 ten behoeve van de eveneens aldaar gevestigde Hoogere Krijgsschool. Deze ramingen kunnen geen aanspraak maken op nauwkeurigheid, daar de studie programma's ten behoeve van de opleiding voor de verschillende wapens en diensten nog niet geheel zijn uitgewerkt, zoodat o.m. in de behoefte aan leeraren en de door dezen te doceeren vakken nog geen volledig inzicht bestaat. Een regeling met betrekking tot de betaling van school- en kostgeld in daarvoor in aanmerking komende gevallen voor nieuw toe te treden cadetten is in voorbereiding. Aan de Memorie van Antwoord op het afdeelingsverslag omtrent deze aanvullende begrooting is het volgende ontleend. Het is niet mogelijk, de Memorie van Toelichting op een defensiebegrooting summier te houden en daarin tevens een goed overzicht te geven van het geen op het gebied der defensie is en wordt tot stand gebracht. Daar het landsbelang eischt, aan eerstbedoelde, ook door de leden erkende, noodzaak den voorrang te geven, is het der Regeering niet mogelijk nadere gegevens te verstrekken omtrent de maatregelen, waarop de onderwerpelijke aanvul lende begrooting betrekking heeft. Wel is Zij gaarne bereid, hier een kort overzicht te geven van hetgeen reeds tot stand is gekomen, zij het dat e.e.a. ten deele reeds vermelding heeft gevonden in de pers. Bij de infanterie, artillerie, genie en militaire luchtvaart zijn nieuwe on- derdeelen opgericht, uitgerust en bewapend met modern materieel onder meer is een proef-valschermafdeeling opgericht. De mechaniseering en motoriseering hebben belangrijke vorderingen ge maakt. Een deel van de infanterie is gemotoriseerd, terwijl de motoriseering van de cavalerie voor enkele onderdeelen reeds is en voor de overige bin-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 126