425
gevaar dat hun aanvoerwegen en misschien zelfs hun productiegebied van
olie loopt. In dit verband verdient de uitlating van Roemenië's leider,
Antonescu, dat in O.-Europa nimmer rust zal heerschen, voordat Trans-
sylvanië is teruggeven, alle aandacht.
Houdt men dit alles voor oogen dan is er ook geen reden voor pessimisme.
Wij allen weten nog, wat de Joegoslavische soldaat waard is. En daarbij,
dat Engeland gereed staat, hem direct te steunen zooals Amerika hem
indirect zal helpen. De voorwaarden daarvoor zijn gunstig, in de afge-
loopen maand nog gunstiger geworden.
Want zooals minister Matsuoka bij zijn aankomst in Berlijn het prettige
nieuws kon vernemen van Joegoslavië's „verraad" voor een Duitscher
zijn verdragen nu eenmaal scheurpapier, maar voor een ander moeten zij
heilig zijnzoo wachtte hem in Rome een verrassing op militair gebied
de overgave van Keren en Harrar en de débacle bij Kreta. Men vraagt zich
af, of de as zoo zoetjes aan geen geloof zal hechten aan het bestaan van
zooiets als het booze oog!
Bezien wij eerst de gebeurtenissen te land. Wij dienen dan dadelijk te
herinneren aan de in Maart zoo herhaaldelijk vernomen vraag„Waar
is het leger van gnl. Wavell?", een vraag, die eigenlijk niet juist is
gesteld. Onder dezen eminenten opperbevelhebber staat immers meer dan
één leger.
In de eerste plaats dat in Lybië. Niemand onder ons, die niet weet,
dat het de Italianen heeft teruggeslagen naar Tripolitanië. In de daar
bereikte lijn is het nu al meer dan een maand in het defensief. In een
volkomen passieve verdediging schuilt bij de huidige wijze van oorlog
voering, vorm en omvang van het terrein in aanmerking genomen, een
grootere mate van gevaar dan voorheen, althans tegenover andere tegen
standers dan de Italianen. Nu zijn er berichten, die er op wijzen, dat er
inderdaad andere tegenstanders zijn aangekomen het is echter wel zeer
onwaarschijnlijk, dat zij drie divisies sterk zijn, zooals een telegram wilde
doen gelooven. Ook zou er vrees kunnen worden geboren uit het bericht,
dat de Britten een vooruitgeschoven post hebben prijs gegeven. Bestaat
er voor die vrees wel reden Het gaat er maar om, of men op zijn
Italiaansch verdedigt dan wel actief. En dat laatste kunnen wij waarlijk
wel in vertrouwen aan gnl. Wavell en zijn onderbevelhebbers overlaten.
Passief zijn hun troepen zeker niet; ruimden zij niet nog in Maart de
bezetting op van het belangrijke oasen-complex Giarabub
Dat het leger echter niet meer zoo sterk is als twee maanden geleden,
staat wel vast. In de eerste plaats hebben de Engelschen zelf bericht,
dat een deel van de troepen naar O.-Afrika is gezonden. Daar werken
zij samen met andere Britsche eenheden die uit het zuiden oprukken en
zijn opgerukt het is waarlijk niet gering van Kenya naar Mogadisjoe
en vandaar over Djidjiga naar Harar, later nog naar Diredawa. Belgen
en Vrije Franschen vallen aan uit het w., andere Britsche troepen zijn
in Berbera geland, de Abessijnen komen in steeds grooter getale in opstand,
de in Erythrea opereerende Engelschen hebben Keren en daarna nog
Asmara bezet. Het Italiaansche Imperium in O.-Afrika stort ineen.
Somaliland verloren, Britsch Somaliland prijsgegeven, Erythrea bijna geheel
door de Engelschen vermeesterd, Addis Abeba ingesloten. De Keizer-Koning
te Rome is welhaast nog slechts koning.
Van meer belang is, dat hoe meer de ineenstorting van het imperium
wordt verhaast, hoe eerder en hoe meer Britsche troepen er vrij komen.
Misschien zal daarmede het offensief in N.-Afrika worden hervat. Misschien
ook zullen zij slechts ten deele daarheen gaan om het defensief te ver
sterken en voor de rest elders worden ingezet. Misschien tenslotte zullen
zij geheel naar dat „elders" gaan.
Waar dat „elders" dan is Ongetwijfeld daar, waar reeds een ander deel
is heengegaan van d-e troepen, die de Italianen uit Lybië en Cyrenaica hob-
ben geveegd. Maar daarmede is de gestelde vraag, de kern van de vraag,
waar gnl Wavell's leger is, nog niet beantwoord. Een Amerikaansch nieuws-