te consolideeren. Hoe eerder deze consolidatie is voltooid, hoe gunstiger dit voor ons allen is. Een eerste vereischte voor deze consolidatie is het scheppen van een hechte eenheid. Zoover zijn wij echter mijns inziens nog niet. In feite staat de eenheid van dezen archipel nog in de kinderschoenenzij is dan ook nog zeer broos. Wij kunnen onze oogen niet sluiten voor het feit, dat de Indonesische bevolking geen eenheid vormt, doch bestaat uit een aantal volken en rassen, waarvan verscheidene nog maar nauwelijks dan wel geheel niet ontgroeid zijn aan een primitieve, op stamverband en tegenstelling van taal en zeden gebaseerde maatschappij, zooals deze in den loop der eeuwen ten gevolge van de geografische gesteldheid van ons eilandenrijk gegroeid is. Er is een middel om de verschillende volken zoodanig in natio- nalen zin op te voeden, dat in tijden van nood de grootst mogelijke eenheid tegenover den gemeenschappelijken vijand is gewaar borgd. Dat is de propaganda. Het voeren van goede, aan het door mij bedoelde oogmerk beantwoordende propaganda vereischt het bezit van een daarmede belast volwaardig instituut. Zijn wij in dit opzicht wel reeds ver genoeg gegaan Hoe het ook zij, dat het belang van een goed opgezette en inten sief gevoerde propaganda in steeds grootere mate wordt erkend, blijkt wel uit de groote activiteit, door de voorlichtingsdiensten van leger en vloot ontwikkeld. Zoowel in het organiseeren van tentoonstellingen als de uitgifte van het weekblad „Geef Acht" teekent zich het streven af tot het volgen van een richting, die ik reeds vijf jaren geleden heb getracht uit te stippelen in een artikel in het orgaan van de N.I.O.V. van Juli 1935 over „Propaganda". Had men deze zaak reeds toen krachtig aangevat hetgeen in andere landen, met name die met een nog min of meer primitieve bevolking, op het gebied van propaganda met veel succes werd verricht, strekte toch wel ten voorbeeld dan zouden we daar thans zeer veel profijt van hebben kunnen trekken. Maar we moeten ons nu eenmaal neerleggen bij het feit, dat onze propa- gandavoering nog jong is, waarbij we ons kunnen verheugen in haar inderdaad snellen groei. Daar onze propaganda zich principieel moet richten op de versteviging van de geestelijke fundamenten in onze heterogene samenleving, dienen we in de allereerste plaats uit te gaan van hetgeen ons samenbindt, en dus een overbrugging vormt van de vele tegenstellingen. En dan denken we al direct aan het Ko ninkrijk, het Oranjehuis, en de wettige Nederlandsche Overheid. Wanneer er een feestelijke gelegenheid van bijzonderen aard is, is men al gauw geneigd, door het uitbrengen van toasten als anderszins hulde te betuigen aan ons Koningshuis. Voor ons Hollanders is dat iets, dat vanzelf spreekt. Wij allen hebben op school vaderlandsche geschiedenis gehad, en hebben daardoor 321

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 17