prenten (N.B. Op 500 m en daar beneden wordt met het
vizier van 500 m geschoten)
n. c.q. voorbereidingen treffen voor het vuren bij duisternis
o. zoodra het stuk geheel vuurbereid is en de werkzaamheden
van het personeel zijn beëindigd wordt dit laatste terugge
trokken in de onmiddellijke nabijheid van het stuk. Alleen
de waarnemer blijft achter (bij toerbeurt aflossen)
p. indien spoed is vereischt, den sectiecommandant „klaar"
melden zoodra men tot vuren gereed is, ook al zijn alle
hiervoren genoemde stellingwerkzaamheden dan nog niet
beëindigd.
Zoodra de stelling is ingenomen en men vuurklaar is, zendt
de sectiecommandant hiervan bericht aan zijn opdrachtgever.
Hij gaat zelf nog eens nauwkeurig na of alle gegeven bevelen
goed zijn uitgevoerd en doet eventueele onvolkomenheden ver
beteren.
Enkele gegevens welke van belang zijn bij de stellingkeuze.
Rekening houdend met vorenstaande gegevens moet de sectie
commandant zijn opstellingsplaatsen kiezen, waar mogelijk liefst
op 200 m achter aanwezige hindernissen.
Wel zal men er steeds op bedacht moeten zijn, op de hinder
nissen vuur te kunnen leggen om te verhinderen, dat daarvóór
tot stilstand gekomen tanks ter plaatse en vuurbasis inrichten.
345
1. Het overschrijdingsvermogen van vechtwagens bedraagt bij
een gewicht tot 6 tonminder dan 2 m,
van 6 t/m 10 ton 2 a 2.5 m,
van 10 t/m 16 ton: 2.5 a 3 m,
van 16 t/m 36 tontot 4.5 m.
2. Het waadvermogen bedraagt voor 10 tons-tanks in maximum 1 m,
voor vechtwagens met een gewicht t/m 36 ton ten hoogste 1,5 m.
3. Loodrechte hindernissen tot 1 m kunnen worden overschreden door
tanks met een gewicht van 10 ton en minder, idem van 1,5 m door
tanks van 10 t/m 16 ton.
4. Sawahterrein is, ook wanneer het onder water staat, over het algemeen
begaanbaar voor tanks.
De galangans (loodrechte hindernissen) vormen echter een struikelblok
(zie ad. 3) bij een grootere hoogte dan 1 m.
5. Kampongs vormen als regel geen hindernis. Meestal echter kan men
een kampongrand op betrekkelijk eenvoudige wijze versperren (aan
brengen van verhakkingen)
Het veelal slechte uitzicht in kampongterrein is voor tanks een nadeel.
6. Vischvijvers en rawahs zijn onbegaanbaar.
7. Hellend terrein is met betrekkelijk weinig graafwerk tot hindernis
te maken (loodrecht afgraven).
8. Sieenen gebouwen vormen slechts voor de zwaarste tanks geen hindernis.
9. Aangelegde tuinen zijn zeer goed begaanbaar.
10. Droog bouwland vormt voor tanks het gunstigste aanvalsterrein.