346 7. DE OPKOMST DEK GEMECHANISEERDE STRIJDKRACHTEN door H. A. VERKUYL, Res.-Kapitein der Infanterie. Dit artikel is een bewerking van het door ,fLe Courrier Australien, Journal hebdomadaire de La France Libre dans le Pacifique" gepu bliceerde zeer suggestieve memorandum, dat werd samengesteld door generaal Ch. de Gaulle, toenmaals kolonel van het Regiment Pantser wagens, en zooals bekend geestelijk vader van de strategie der gemechaniseerde oorlogsvoering. Hij verzond het op 26 Januari 1940 aan verschillende hooge autoriteiten, waaronder de ministers Daladier en Reynaud, en de generaals Gamelin en Weygand. Uit dit deskundig rapport moge wederom blijken, op welke wijze deze eminente Fransche officier, die reeds voordien zoovele welgefun- deerde waarschuwingen omtrent de in Noord-Frankrijk te verwachten Duitsche strijdwijze publiceerde, tot het laatste toe heeft getracht, zijn regeering en zijn chefs te overtuigen van de zoo dringend noodige reorganisatie der weermacht. I. De Duitschers zijn thans tot een zeer rationeele opvatting van den oorlog gekomen. Zij begonnen het conflict met een zeer uitgebreide hoeveelheid bombardementsvliegtuigen en vele massale eenheden van verschillende soorten tanks, welker gecombineerd optreden het hun mogelijk maakte, Polen, een grooten militairen staat met 35 millioen inwoners, in twee weken te verpletteren. Een soortgelijke actie kan hen morgen beslag doen leggen op Zweden, Rusland, Roemenië, Klein-Azië, of elk ander land dat zij beoogen te vermeesteren. Het aantal hunner vliegtuigen is echter te klein en hun tanks zijn te licht, dan dat zij op het oogenblïk den Franschen weerstand, gebaseerd op de Maginot-linie, zouden kunnen breken. Er is overigens alle reden, aan te nemen dat Hitler's regeering thans bittere spijt heeft, het leger niet nog intensiever te hebben getransformeerd. Er valt op goede gronden niet aan te twijfelen, dat Duitschland Frankrijk had kunnen vermorzelen, indien het op 1 September 1939 de beschikking zou hebben gehad over het dubbele aantal vliegtuigen, een duizend 100-tons tanks, drie duizend 50- of 30-ton tanks en zes duizend 20- of 10-ton tanks. Wij echter zijn, ons nog steeds stevig vasthoudend aan verouderde opvat tingen, den oorlog begonnen met 5.000.000 soldaten, doch met een luchtmacht, die in embryonalen toestand verkeerde, en met tanks, die in aantal en kracht zeer onvoldoende waren. Bovendien waren deze wapens zeker niet geconstrueerd en georganiseerd om op groote afstanden vlug en krachtig toe te slaan, doch in het tegendeel om op te treden in samenwerking met en in het kader van de massale en trage infanterie-eenhedan. Zoodoende hadden slechts onze jachtvliegtuigen, d.w.z. beschermende vliegtuigen, eenige waarde, terwijl de meeste onzer vechtwagens licht waren gebouwd, daar het steeds in de bedoeling heeft gelegen, ze in kleine eenheden te midden der infanterie te doen optreden. Op deze wijze was het ons absoluut onmogelijk onze oostelijke geallieerden direct of indirect te steunen. Dezelfde stand van zaken, die ons op 7 Maart

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 46