350 en, het tempo van de vervaardiging van haar materieel. Erkend dient te worden, dat wij dezen weg reeds zijn ingeslagen. Onder de uitgaven voor de bewapening toonen die voor de aanschaffing van vliegtuigen en tanks reeds iedere maand1 een stijging, doch in plaats van ons noodgedwongen en langzaam-aan in deze richting te laten stuwen, zou het beter zijn, doel bewust en spoedig op het maximum aan te sturen. De productiviteit der Fransche en Engelsche industrieën zou in het belang van den aanmaak van deze machines moeten worden vermenigvuldigd, en wij zouden moeten trachten, de hulp van Amerika te doen vergrooten. Het zelfde geldt voor de wetenschappelijke en technische prestaties op het gebied van onderzoek, uitvinding en proefneming. Ons geheele volk, waaronder zich steeds pioniers hebben bevonden op het technisch gebied van vliegtuigen, oorlogsschepen en zelfs rtanks, heeft ook al ten gevolge van de huidige militaire verhou dingen in deze richting een zekere schroomvalligheid gekregen, welke op het oogenblik een zeer ontmoedigenden invloed uitoefent. Zooals het voornaamste streven van de techniek en de industrie zich systematisch heeft te richten op het moderne materieel, zoo dienen de moderne strijdkrachten ook een onbetwisten voorrang te hebben bij de keuze van personeel. De ingewikkelde samenstelling van de tanks, hun buiten sporige kosten en him gebruiksmogelijkheden eischen, d'at zij worden bemand en gecommandeerd door de allerbesten onder ons. De flinkste, de sterkste, de beste zonen van ons volk zouden bij de gemechaniseerde troepen dienen te worden ingelijfd. En uit deze elite zou met een beroep op him onder- lingen naijver en hun gevoel voor eigenwaarde en eer het uiterste moeten worden gehaald voor een gezamenlijke actie, waartoe deze wapens zich zoo buitengewoon goed leenen. Er kan en er zal met deze gevechtskracht een zekere sportieve oorlogsgeest kunnen worden geschapen, waarvan reeds thans enkele zeldzame staaltjes werden getoond. Door alle tijden heen heeft de krijgskunde de overheerschende tendenzen van een bepaalde eeuw gede monstreerd in de wijze van oorlogvoeren. Zoo zullen de groote overwinningen van deze eeuw, welke zich kenmerkt door machinetechniek en wedstrijd wezen, ongetwijfeld worden weggedragen door den motor en door den sportman. Welbeschouwd zal het formeeren van talrijke eenheden machtige tanks, bemand met de allerbeste soldaten, op zichzelf nog niet voldoende zijn. Zoolang deze gemechaniseerde strijdkrachten niet worden losgemaakt van de andere wapens en georganiseerd voor zelfstandig optreden, zal -zelfs dan nog weinig zijn bereikt. Aangezien eenheid de essentieele basis is van elke autonome onderneming, moeten deze tanks woirden samengevoegd tot groote eenheden en versterkt met alle voor hun doel noodzakelijke hulpmiddelen. De marine is reeds op dezen grondslag georganiseerd, de luchtmacht begint de noodzakelijkheid ervan in te zien, doch onze geme chaniseerde landstrijdkrachten zijn nog steeds van -dit elementair beginsel verstoken. Wij hebben of zullen hebben eenige gemechaniseerde divisies, waarvan enkele „licht" en andere „gepantserd" worden genoemd, maar ze worden slechts ingedeeld ter ondersteuning en versterking van de plaat selijke gevechtseenheden, opgebouwd volgens het oude systeem. Het -is dus thans niet alleen een kwestie van uitbreiding van het reeds bestaande aantal machines, doch tevens van organisatie tot zelfstandige eenheden, bevrijd van de tijd-grenzen, van het langzame tempo en van de betrekkelijk geringe werkingssfeer, welke de actie der andere wapens be perken. De eischen, die men bij de samenstelling van deze „lichite" divisies mag stellen, zijn als volgt samen te vatten voldoende en machtige tanks, voldoende mobiele infanterie, voldoende gepantserde artillerie om eveneens zelfstandig te kunnen optreden, voldoende speciale voertuigen, die ook buiten de wegen kunnen opereeren en ze daardoor vrij houden voor transporten van aan- en afvoer. De luchtmacht moet zijn uitgerust met groote een heden gevechtsvliegtuigen voor de handhaving van het meesterschap in de lucht en om den vijand te land en ter zee te kunnen aanvallen bovendien

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 50