en de grootte van deze correcties krijgt men door vergelijking van zeekaarten met nieuwe topografische kaarten van hetzelfde gebied. De afwijking, die men in de ligging van markante punten, b.v. belangrijke toppen vindt, berust voor een deel op een verschuiving van geheele deelen van de kaart ten opzichte van het gradennet, dus op fouten in de plaatsbepaling, deels ook op afwijkingen in de ligging van punten t.o.v. hun omgeving, dus op fouten in het inwendig verband. De waarde van deze afwijkingen is voor een aantal zeekaarten nagegaan. Voor de verplaatsing t.o.v. het graden- net werden waarden verkregen varieerend tusschen 200 en 1000 m terwijl er na deze verplaatsing nog inwendige fouten overbleven van in verschillende gevallen circa 500 m, in één geval tot 800 m gaande. De hoogteverschillen met de topografische kaart bedragen in den regel tot 2 a 5 bij lagere heuvels tot meer dan 10 In enkele gevallen slechts maken de triangulatiepunten een zoo danige correctie noodig, dat geheele deelen van zeekaarten ver plaatst moeten worden. Dit geldt vooral als de punten dicht bij de kust liggen en over een grooter gebied een gelijke afwijking vertoonen. Dergelijke verplaatste gedeelten brengen echter de moeilijkheid mede, dat zij door geleidelijk verminderen van de verschuiving weer aangesloten moeten worden aan de rest van de zeekaart, die niet verplaatst behoeft te worden of waarvan geen triangulatiepunten bekend zijn, terwijl men niet weet hoe de ver plaatsing zich daar in werkelijkheid voortplant. Een voorbeeld hiervan leveren de Togian-eilandenhierop ligt slechts één triangulatiepunt en de ligging hiervan wijkt af van die van het overeenkomstige punt van de zeekaart. Men kan hier onmogelijk uitmaken in hoeverre de details binnen één eiland, het eene eiland ten opzichte van de ander, de geheele eilandengroep ten opzichte van Celebes of ook een deel van Celebes zelf ver schoven moeten worden. Met het oog op deze moeilijkheid is het om zuiver practische redenen dan ook gewenscht, de afwijkingen van de zeekaart t.o.v. triangulatiepunten zooveel mogelijk, dus als ze niet te groot zijn, op rekening te brengen van locale fouten in het verband, dus fouten ten opzichte van de directe omgeving. Een correctie op de zeekaart kan ook noodig zijn voor de weer gave der details van de kust. In de gevallen waar men van de kustlijn een goede meting met de bergboussoule heeft, kan zij 360 Op plaat I vindt men in a een voorbeeld van een verplaatsing van een top van de zeekaart naar een triangulatiepunt, zonder dat dit op het verband van de verdere kaart van invloed is. Bij b daarentegen zijn de kust en de omringende details mede verplaatst, doch deze verschuiving neemt in de omgeving snel af, zoowel in de richting van c, waar driehcekspunt en zeekaart samenvallen, als naar het oosten, waar geen driehoekspunten aan de kust liggen en de zeekaart dus ook onveranderd is gelaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 60