geheel worden gevolgd en wordt de zeekaart slechts gebruikt
voor de algemeene plaatsbepaling van die meting.
Dit wordt anders als men van de kustlijn een weliswaar gede
tailleerde verkenningskaart heeft, die echter opgenomen is met
kleine instrumenten en schatten van de afstanden. Deze kaart
bevat in den regel wel meer details dan de zeekaart, bijvoorbeeld
een fijnere teekening van bochten en inhammen en natuurlijk
meer details op den wal, doch een minder goed verband. Dan
worden de markante punten van de zeekaart als vaste punten
aangenomen en wordt voor de tusschenliggende stukken de ver
kenningskaart zoodanig op mechanische wijze (n.l. met de panto-
graaf)vergroot of verkleind, dat deze stukken tusschen de aan
genomen punten kunnen worden ingepast. De mogelijkheid, dat
men hierbij een zekere fout maakt, is niet uitgesloten, daar men
niet weet waar de zeekaart en waar de verkenningskaart een
bepaalden afstand juister voorstelt. In de keuze van de punten ligt
dus een zekere willekeur. Door ze echter zoo te kiezen, dat de
tusschenliggende gedeelten van de verkenningskaart zoo weinig
mogelijk in schaal verschillen, kan men de fout zoo gelijkmatig
mogelijk verdeelen.
Bij de gebieden tenslotte, waaraan slechts minder juiste kaart-
schetsen bestaan, wordt de kustlijn geheel naar de zeekaart
gevolgd. De details uit de schetsen, die op de zeekaart niet voor
komen, worden hierop natuurlijk ingepast.
Een enkel woord nog over de voorstelling van het reliëf op de
zeekaarten. Deze heeft een geheel ander doel, dan die op de topo
grafische kaarten men wil hierdoor geen werkelijke afbeelding
van het reliëf geven, doch slechts die objecten accentueeren, die
van zee uit goed herkenbaar zijn. Daarom is een aantal toppen
zeer markant als steile kegelvormige bergen voorgesteld, terwijl
het overige gebergte, dat soms weinig lager dan die toppen is,
veel flauwer of in het geheel niet is weergegeven. Ook de ravijnen
en zelfs grootere dalen, die het gebergte kunnen doorsnijden, zijn
niet aangegeven. Hiermede moet bij het samenstellen der schets
kaarten terdege rekening gehouden worden.
(Wordt vervolgd).
361
Op plaat I wordt deze bewerking gedemonstreerd door het kustgedeelte
a'-n' Hier is de ligging van het schiereiland b'-c'-d' op de zeekaart als
juist'aangenomen. De kustgedeelten a'-b' en d'-n' zijn daarop van de meer
gedetailleerde verkenningskaart IV overgenomen, waarbij het eerste gedeelte
iets verkleind, het tweede iets vergroot moest worden.
Zco zijn op plaat I bijvoorbeeld de kampongs bij y van schets VIII over
gebracht op de kustlijn van de zeekaart.
Voorbeelden hiervan op onze kaart vormen de toppen a, e en de lage
top waarvan de verbindende rug ontbreekt, verder de top g, die slechts
weinig boven de oostelijke keten uitsteekt. In het gebergte tusschen c en
k ontbreekt het nauwe doorbraakdal k-j, in de bergen ten w. van e de
dalen, die daar blijkens de rivieren moeten zijn.