stukken ten opzichte van elkaar van meet af diende te bestaan, wilde men tot goede resultaten komen. De Amerikanen hebben voor dezen belangrijken grondregel een kernachtige uitdrukking, nl. „Splint them where they lie Verreweg de slechtste erva ringen gaven de boven- en in mindere mate de onderbeenfracturen in vergelijking tot de breuken van onder- en bovenarm. Het is van belang al dadelijk te vermelden, dat het sterftecijfer van de eerstgenoemde groep in 19141915 gemiddeld 4050 bedroeg (Gray geeft zelfs niet minder dan 90 op en die van de laatste ongeveer 10 Dit verschil kan voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan het feit, dat immobilisatie aan de armen gemak kelijker kan worden verkregen dan aan de beenen. Alvorens nader in te gaan op de reeds terloops genoemde me thode, welke in 1915 aan gealliëerde zijde werd ingevoerd voor de eerste hulp en de verdere behandeling van pijpbeenfracturen en meer speciaal die van de beenen is het nuttig, in het kort den aard van de verwondingen aan de ledematen op het slagveld en de chirurgische beginselen, welke bij de behandeling hiervan moeten gelden, te bespreken. De schotfracturen van lange pijpbeenderen geven een groote verscheidenheid in beeld te zien. De eenvoudigste zijn wel die, waarbij het verwondende projectiel een kanaal boort in de schacht van het bot en die, waarbij de kogel het been schampt en er aan de buitenzijde als het ware een geul in maakt. Eigenlijke fracturen zijn dit niet, want de samenhang gaat niet verloren de genezings kansen zijn goed. De werkelijke fracturen kunnen, al naar de kracht der inwerking, den vorm van het projectiel, de plaats waar en den hoek waaronder het bot wordt getroffen, o.m. worden onderscheiden in dwarse, schuine en spiraalvormige breuken (meestal gepaard gaand met af splintering)verbrijzelingen en de z.g. vensterfracturen, waarbij de inwerking zóó heftig was, dat weeke deelen en bot over een bepaalden afstand volkomen zijn weggeslagen en men door het lid heen kan zien. Het ligt niet in het bestek van dit opstel, verder in te gaan op de eigenaardigheden, welke de schotfracturen nog meer kunnen vertoonen. Slechts dient erop te worden gewezen dat zij alle gecompliceerdedus open beenbreuken zijn, welke practisch alle bij haar ontstaan met infectiekiemen in aanraking komen. Deze aanraking komt in de eerste plaats primair tot stand, doordat het projectiel de kiemen, die op huid en kleeren zitten, naar binnen meesleepen, terwijl vooral bij verwonding door artillerieprojec tielen, vliegtuigbommen, handgranaten, enz. gronddeeltjes en vreemde lichamen in de wond geraken. Deze infectiekiemen vinden in de verwonde spieren en in het blootgekomen beenmerg een idealen voedingsbodem. Verder speelt de secundaire infectie, welke bij de nog onbedekte wond vooral op het slagveld uitermate goede kansen heeft, een belangrijke rol. Onnoodig is het voorts, 364

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 64