Een korte gebruikshandleiding voor de Elsbach-spalk (afb. 12)
moge hier volgen.
Wij willen thans onder het oog zien, hoe te velde van de spalk
moet worden gebruik gemaakt. In het voorgaande hebben wij
er reeds op gewezen, dat de beste hulp is snelle hulp, m.a.w. zoo
spoedig mogelijk na het ontstaan van de verwonding moet immo-
bilisatie plaats hebben en daarna dient de patiënt met zoo groot
mogelijke snelheid naar de hoofdverbandplaats c.q. het veldhos
pitaal te worden vervoerd. Elsbach's voorstel, aan elk lid der
verbandploegen een draagbaar en twee spalken mede te geven,
welke dan, vanwege het gewicht, van duraluminium zouden moeten
zijn vervaardigd (I.M.T. 1940 nr. 8, blz. 752 e.v.), is onvereenigbaar
met de taak die de verbandploegen hebben te verrichten. De het
meest voor de hand liggende oplossing is, de spalken zooveel
mogelijk door de trausportploegen van de hulpverbandplaatsen
uit te doen medevoeren en reeds aan te leggen in gewondennesten;
is dit niet mogelijk, dan heeft het aanleggen plaats op de hulp
verbandplaatsen zelve. Tijdens het vervoer van de gewonden naar
de gewondennesten, c.q. de hulpverbandplaatsen, moet dan worden
gebruik gemaakt van geïmproviseerde spalkverbanden. De oorlogs
omstandigheden zullen waarschijnlijk toepassing van het ideaal,
waarnaar wordt gestreefd, vaak verhinderen. Wij zullen o.i.
tevreden kunnen zijn wanneer zal blijken, dat het aanleggen van
de spalken grootendeels in de gewondennesten kan geschieden.
Aan Engelsche zijde werd de spalk in den vorigen oorlog onder
„rustige" gevechtsverhoudingen aangelegd in de loopgraven en in
de „regimental aid posts" (te vergelijken met onze hulpverband
plaatsen). Onder slechtere tactische omstandigheden en bij groote
aantallen gewonden geschiedde het in de „advanced dressing
372
Het omgebogen uiteinde van den bovensten scharnierenden beugel aan
het distale uiteinde der spalk wordt om de dwarsbuis van het voeteneinde
der draagbaar gebracht, waarna de onderste beugel tegen den bovensten
wordt vastgezet met de middelste vleugelmoer. De beide andere moeren
worden vast aangedraaid (afb. 13). Hierna wordt de linnen band aan het
proximale einde der spalk om de draagbaar heen geslagen en aan de onder
zijde vastgegespt. De spalk zit nu vast op de draagbaar. Vervolgens wordt
de beenlade gemaakt door een beenwindsel (of een zwachtel) met groote
slagen om de lengtestaven der spalk heen aan te brengen (afb. 14).
De patiënt wordt nu, nadat de slobkous om den schoen is aangebracht,
onder de noodige voorzorgen voor de fractuur, op de draagbaar gelegd
met het te spalken been op de beenlade (bij patiënten met lange beenen
verdient het aanbeveling, onder de knie een kussentje van watten of iets
dergelijks te maken). Onder flinke tractie, met beide handen door één
man aan den schoen van den patiënt uitgeoefend, brengt een tweede het
kettinkje onder de slobkous door en bevestigt dit, zoo strak mogelijk aan
getrokken, aan het open haakje van de extensie-inrichting. Terwijl de tractie
met de handen blijft bestaan, wordt ten slotte de schroef aangedraaid totdat
voldoende rekking is verkregen (afb. 15).
Ten einde een betere fixatie van het geheele been te verkrijgen verdient
het aanbeveling, een zwachtel of beenwindsel om been plus spalk te winden
na opvulling met watten (of anderszins) aan de zijkanten van het been.